H1: Algemene inleidende beschouwingen Flashcards
Biologische antropologie
De natuurwetenschappelijke studie van de mens vanuit evolutionair oogpunt
Paleoantropologie
De studie van de fossiele
overblijfselen van
voorouderlijke mensachtigen en
hun naaste verwanten
(primaten).
Skeletale biologie
De studie van het menselijke skelet en de patronen en processen
van menselijke groei, fysiologie en ontwikkeling.
Antropometrici
Eerste generatie van biologische antropologen, deden metingen van het menselijk lichaam (gemiddelden,
variaties,…)
Osteologie
Studie van het skelet
Skeletbiologie
Studie van het menselijk skelet, maar kent ook patronen en processen van menselijke groei, fysiologie en ontwikkeling
Paleopathologie
De studie van ziekten bij oude menselijke populaties
Bioarcheologie
De studie van menselijke resten in een archeologische context
Forensische antropologie
De studie van de identificatie van skeletresten en van de wijze waarop een individu stierf
Primatologie
Het bestuderen van de anatomie, genetica, gedrag en ecologie van zowel levende als uitgestorven mensapen, apen en halfapen
Menselijke biologie
Menselijke groei en ontwikkeling, adaptatie aan extreme omgevingsomstandigheden en menselijke genetica. Ook voedingsantropologie
Biomedische antropologie
Bestuderen de effecten van vervuiling, giftige stoffen op de menselijke groei
Moleculaire antropologie
Genetische benadering van de menselijke evolutiewetenschap die de verschillen in het genoom tussen mensen en hun naaste verwanten, de niet-menselijke primaten, probeert te begrijpen
‘Nieuwe’ fysische antropologie
Gebaseerd op de ‘Neodarwinistische synthesis’ van genetica, anatomie, ecologie, en gedrag met evolutietheorie van Darwin