H8 Flashcards
opvoeden
is het ondersteunen van een kind in zijn ontwikkeling naar zelfstandigheid
pedagogisch handelen
begeleiden, aansturing en het mogelijk maken van ontwikkeling van het kind (op kwaliteitsbewust en verantwoordelijke manier, verzorgen en opvoeden
4 opvoedingstijlen
- autoritair
- verwaarlozend
- permissief (toegeefelijk)
- democratisch
wat doen opvoedingstijlen
methodes en uitgangen en de manier waarop pedagogisch handelen gebeurt (manier hoe opvoeder zich gedraagt in een situatie)
wat bepaalt welke stijl je gebruikt hangt af van?
-pedagogische visie
-persoonlijkheid
-achtergrond
- opvoeder hun eigen opvoeding
pedagogische visie /opvoedingsvisie
het onderzoekt welke kenmerken van de opvoeding de meest positieve bijdragen leveren bij ontwikkeling
2 soorten opvoedingsvisies
- nurture/ optimistische mensvisie
- nature/pessimistische mensvisie
nurture/ optimistische mensvisie
n; kind wordt als een onbeschreven blad geboren
op.m; opvoeders hebben een groot aandeel bij de opvoeding
nurture/ optimistische mensvisie
n; kind wordt geboren en er liggen al een aantal dingen vast (bv; temperament)
ps.m; opvoeders kunnen niet meer veel doen (persoontje is al gevormd)
opvoedingsvaardigheden
correcte positieve handelingen en houdingen die de opvoeder kan bieden om ontwikkeling van kind te stimuleren (positief bekrachtigen, leiding geven, grenzen stellen en structuur geven)
schematische voorstelling
opvoeden is -> pedagogisch handelen-> vanuit opvoedingsvisie+ opvoedingsstijl-> door middel van opvoedingswaardigheden
de autoritaire opvoedingsstijl
-gaan om regels, opvoeder neemt beslissingen en bepaalt welke regels er gelden
-weinig ruimte voor discussie en niet luisteren betekent een straf
-duidelijk beeld van verwachtingen, weet hoe zich te gedragen
-kan bij het kind leiden tot weinig zelfvertrouwen en minder zelfstandigheid, met als gevolg laag zelfbeeld
-kind ervaart weinig betrokkenheid en warmte
democratische opvoedingsstijl
-draait rond betrokkenheid (ontplooiing en ontwikkeling van kind)
-kind en opvoeders staan gelijk naast elkaar
-er zijn duidelijke grenzen en verwachtingen, maar vooral focus op welbevinden van kind (krijgt inspraak)
-straffen worden af en toe toegepast maar enkel als het nodig is
-kinderen hebben veel zelfvertrouwen, omdat ze voldoende ondersteuning en positieve bekrachtigen hebben ervaren
-voelen zich gerespecteerd en uiten dat naar omgeving
-> risico is dat grens van opvoeder en kind (soms)vervaagt
toegeeflijke opvoedingsstijl (permissieve)
-veel aandacht aan de noden en wensen van het kind
-kind krijgt meeste inbreng en weinig gestraft
-opvoeders voor onzeker over eigen opvoeding (stellen kind voorop)
-kinderen kennen hierdoor weinig conflicten omdat ze (bijna) alles mogen
kan ervoor zorgen dat het kind egoïstisch wordt en geen rekening houdt met anderen
-kan ook moeilijk omgaan met emoties (teleurstelling, woede) kan later problemen geven
verwaarlozende opvoedingsstijl
-zonder, regels grenzen of verwachtingen
-kind wordt aan lot overgelaten, geen ondersteuning, begeleiding of warmte(zelf ontdekken)
-hebben problemen met andere vertrouwen (moeilijk hulp aanvaarden) en eenzaam