H7 Meetkundig Redeneren 1TH Flashcards

1
Q

De 3 hoeken van een driehoek zijn samen altijd…

A

180o

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De 4 hoeken van een vierhoek zijn samen altijd…

A

360o

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Een gelijkbenige driehoek heeft … even lange zijden.

A

Een gelijkbenige driehoek heeft twee even lange zijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Een gelijkzijdige driehoek heeft … even lange zijden.

A

Een gelijkzijdige driehoek heeft drie even lange zijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De hoeken van een gelijkbenige driehoek…

A

Een gelijkbenige driehoek heeft twee gelijke hoeken.

(omdat een gelijkbenige driehoek lijnsymmetrisch is)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De hoeken van een gelijkzijdige driehoek…

A

De hoeken van een gelijkzijdige driehoek zijn allemaal 60o.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoeveel symmetrieassen heeft een gelijkzijdige driehoek?

A

Een gelijkzijdige driehoek heeft 3 symmetrieassen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoeveel symmetrieassen heeft een gelijkbenige driehoek?

A

Een gelijkbenige driehoek heeft 1 symmetrieas.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Is een gelijkzijdige driehoek draaisymmetrisch?

A

Een gelijkzijdige driehoek is draaisymmetrisch over 120o.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Is een gelijkbenige driehoek draaisymmetrisch?

A

Nee, een gelijkbenige driehoek is niet draaisymmetrisch.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een deellijn (of bissectrice)?

A

Een deellijn of bissectrice verdeelt een hoek in twee gelijke hoeken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn overstaande hoeken?

A

Als twee lijnen elkaar snijden, zijn de overstaande hoeken even groot.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Een rechte hoek is…

A

Een rechte hoek is 90o

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Een gestrekte hoek…

A

Een gestrekte hoek is 180o

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Een volle hoek is…

A

Een volle hoek is 360o

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoeveel graden is de hoek bij het vraagteken?

A

De hoeken vormen samen een gestrekte hoek van 180o

Dus 180 - 45 = 135o

17
Q

Hoeveel graden is hoek 2?

A

Hoek 2 is de overstaande hoek van hoek 5 dus deze hoeken zijn gelijk.

Hoek 2 is 35o

18
Q

Vierhoek ABCD is een …

A

Vierhoek ABCD is een gelijkbenig trapezium.

Een gelijkbenig trapezium is lijnsymmetrisch.

19
Q

Wat is een trapezium?

A

Een trapezium is een vierhoek waarvan één paar overstaande zijden evenwijdig is.

20
Q

Wat is een parallellogram?

A

Een parallellogram is een vierhoek waarvan beide paren overstaande zijden evenwijdig zijn.

21
Q

Wat is een ruit?

A

Een ruit is een vierhoek waarvan alle zijden even lang zijn.

Een ruit is een parallellogram met vier even lange zijden.

22
Q

Wat is een vlieger?

A

Een vlieger is een vierhoek waarvan beide paren naast elkaar liggende zijden even lang zijn.

23
Q

Noem 3 eigenschappen van een parallellogram

A

Eigenschappen parallellogram:

  • overstaande zijden zijn evenwijdig
  • overstaande zijden zijn even lang
  • overstaande hoeken zijn even groot
  • draaisymmetrisch over 180o
24
Q

Noem 4 eigenschappen van een ruit

25
Noem 4 eigenschappen van een vlieger
Eigenschappen vlieger: * twee paar even lange zijden * diagonalen staan loodrecht op elkaar * 1 diagonaal is de symmetrieas * 1 paar overstaande hoeken zijn gelijk
26
Hoe bereken je de oppervlakte van een trapezium?
oppervlakte trapezium = som evenwijdige zijden x hoogte : 2 (9 + 4) x
27
Hoe bereken je de oppervlakte van een parallellogram?
oppervlakte parallellogram = basis x hoogte
28
Hoe bereken je de oppervlakte van een ruit en een vlieger?
oppervlakte ruit of vlieger = diagonaal x diagonaal : 2 opp vlieger = (100 + 30) x (30 + 30) : 2 = 3900 cm2 opp ruit =
29
Welke hoeken zijn gelijk?
30
Bereken hoek P
PQRS is een vlieger dus lijnsymmetrisch
31
Bereken de hoek met het vraagteken.
parallellogram Z-hoeken draaisymmetrie
32
Bereken hoek N
KLMN is een ruit
33
Welke vierhoek... * is lijnsymmetrisch * heeft twee paar even lange zijden * heeft diagonalen die loodrecht op elkaar staan
vlieger
34
Welke vierhoek... * is draaisymmetrisch * heeft twee paar evenwijdige zijden * heeft twee paar even lange zijden * heeft geen rechte hoeken
parallellogram
35
Welke vierhoek... * is lijnsymmetrisch * heeft vier even lange zijden * heeft twee paar evenwijdige zijden * heeft diagonalen die loodrecht op elkaar staan * heeft geen rechte hoeken
ruit
36
Welke vierhoek... * is lijnsymmetrisch * heeft vier even lange zijden * heeft twee paar evenwijdige zijden * heeft vier rechte hoeken
vierkant