H6: Normaal verloop seksuele ontwikkeling Flashcards

1
Q

Wat zijn de uitgangspunten van het levensloopperspectief over seksuele ontwikkeling?

A
  1. Ontwikkeling is Levenslang
  2. Ontwikkeling is Contextgebonden (bio-psychosociale factoren, levensfase)
  3. Ontwikkeling is Plastisch
  4. Ontwikkeling is Multidirectioneel
  5. Ontwikkeling is Multidimensioneel
  6. De studie is multisisciplinair
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is ontwikkeling?

A

Vermogen zich aan te passen aan veranderende omstandigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke (soorten) levenslooptheorieën en modellen zijn er over seksuele ontwikkeling?

A
  • Oude ontwikkelingstheorieën
  • Hedendaagse modellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zeggen de oude ontwikkelingstheorieën over seksuele ontwikkeling?

A
  • Iedereen doorloopt dezelfde ontwikkelingsstadia
  • Enkel bij kinderen en adolescenten
  • Weining aandacht voor context
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Van wat zijn de hedendaagse modellen over seksuele ontwikkeling afhankelijk?

A
  • Context
  • Actieve rol van het individu in ontwikkeling

(Algemene modellen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke (algemene) hedendaagse modellen over seksuele ontwikkeling zijn er?

A
  1. Bio-ecologisch model: Bronfenbrenner
  2. Batles en collega’s
  3. hechtingstheorie: Bownly & Ainsworth
  4. Model over seksuele ontwikkeling: Bancroft
  5. Interactiecompetentie - model: Van Zessen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zegt het Bio-ecologisch model over seksuele ontwikkeling?

A

=> Bronfenbrenner

=> interacties tussen 4 basiselementen:
1. Proces (interacties tussen omgeving en individu)
2. Persoon (Persoonskenmerken)
3. Context
4. Tijd

=> Deze 4 bepalen samen vorm, kracht, inhoud en richting waarmee deze processen de seksuele ontwikkeling sturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zegt de theorie van Batles en collega’s?

A

=> Factor ‘context’ bestaat uit:
- Niet-normatieve invloeden
- Normatieve leeftijdsgebonden invloeden
- Normatieve geschiedkundige invloeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn niet-normatieve invloeden?

A

Belangrijke gebeurtenissen die niet iedereen overkomen

bv:
- Ziekte
- Bekering
- Winnen loterij
- …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn normatieve leeftijdsgebonden invloeden?

A

Gebeurtenissen typisch voor bepaalde leeftijd

bv: Pubertijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn normatieve geschiedenisgebonden invloeden?

A

Belangrijke historische veranderingen die hele cohorten gelijktijdig treffen

Bv:
- Oorlogen
- Economische crisis
- Epidemie
- …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zegt de hechtingstheorie van Bowly & Ainsworth?

A
  • Ontwikkeling van emoties en intieme relaties heeft centrale plaats
  • Mensen internaliseren ervaringen met primaire verzorgers uit kindertijd in de vorm van werkmodellen
  • Deze werkmodellen kunnen in latere relaties doorwerken in (seksuele cognities, emoties en gedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zegt het model van seksuele ontwikkeling van Bancroft?

A

3 deelgebieden van seksualiteit:
1. Genderidentiteit
2. Seksuele responsiviteit
3. Vermogen om intieme relaties aan te gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zegt het interactiemodel van Van Zessen?

A
  • Gevoelig zijn voor gevoelens en wensen van anderen
  • Kennen van eigen gevoelens en wensen
  • Erover kunnen communiceren
  • Kunnen realiseren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Op welke leeftijd wordt het ritmisch stimuleren van geslachtsorganen waargenomen?

A

Voor 2 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Op welke leeftijd is er interesse in geslachtsdelen van anderen?

A

Voor 2 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Op welke leeftijd zoekt 3/4 naar info over seks of porno?

A

10-11 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Op welke leeftijd spelen ze doktertje?

A

Tussen 2 en 5 jaar

19
Q

Op welke leeftijd kunnen ze beschrijven hoe het voelt om verliefd te zijn?

A

Tussen 6 en 9 jaar

20
Q

Hoe is de seksuele ontwikkeling bij adolescenten?

A
  • Pubertijd => Lichamelijke veranderingen (toename testosteron)
  • Samenspel bio-psycosociale factoren => Stroomversnelling
  • Rol van Peergroep
  • Stapsgewijze ontwikkeling
21
Q

Geef de kenmerken van seksuele ontwikkeling op verschillende leeftijden bij adolescentie.

A

Zie afbeeldingen
(H6: Kaartje 21)

22
Q

Wat is de stapsgewijze (seksuele) ontwikkeling bij adolescenten?

A

Beschermende vaardigheden:
- Bewust zijn van eigen behoeften
- Deze kunnen communiceren
- Kunnen weigeren van seks

23
Q

Leg de seksuele ontwikkeling uit per leeftijd.

A

Zie afbeeldingen
(H6: Kaartje 23)

24
Q

Welke culturele verschillen zijn er in Japan i.v.m. seksuele ontwikkeling?

A
  • Vrijgezellen
  • (gebrek aan) aanraken en strelen
  • ‘huur’-vriendin
  • Trouwen met jezelf
25
Q

Waar moet je op letten bij sexting?

A
  • Allebei zin in?
  • Persoon te verouwen?
  • Victim blaming
  • Waarom? => Pesten, afpersen, revenge porn, …
26
Q

Welke homoseksuele identiteitsontwikkelingstheorieën zijn er?

A
  • Eerste fasemodellen
  • Levensbenadering D’augelli
27
Q

Wat zeggen de Eerste fasemodellen over homoseksuele identiteitsontwikkeling?

A

Ontwikkeling is gevoel van oplossing van intern conflict door identifictaie als homo/lesbisch
=> Positieve oplossing => Coming out

28
Q

Wat zegt de levensloopbenadering van D’augelli over homoseksuele identiteitsontwikkeling?

A

6 interactieve identiteitsprocessen (geen opeenvolgende fases)
1. Afsluiten heretoseksualiteit
2. Ontwikkelen persoonlijke holibi-identiteit
3. Ontwikkelen sociale holibi-identiteit
4. Zichzelf identificeren met holibi gemeenschap
5. Ontwikkelen holibi-identiteitsstatus
6. Integreren in holibi-gemeenschap

29
Q

Wat zijn de mogelijkheden van seksuele ontwikkeling bij volwassenen?

A
  • Langdurige relaties
  • Zwangerschap en kinderen
  • Seksueel gedrag
  • Seksuele beleving
30
Q

Geef de kenmerken van langdurige relaties bij volwassenen.

A
  • Vaste partner
  • Trowuen of samenwonen
  • Gemiddelde leeftijd eerste huwelijk: 30,6j - 32,9j
  • Romantiek, passie => Liefde
  • Seksueel verlangen neemt af (voornamelijk vrouwen)
  • Gemiddelde leeftijd echtscheidingen: 44j - 47j
31
Q

Welke redenen zijn er voor scheidingen?

A
  • Op elkaar uitgekeken
  • Geen vertrouwen
  • Botsende karakters
  • Iemand anders
  • Verschillende toekomstvisie
32
Q

Wat is het effect van zwangerschap op de seksuele ontwikkeling?

A
  • Ouders tussen 25j en 40j
  • Kinderwens => meer zin in het begin
  • Tijdens zwangerschap minder of meer zin => Diverse redenen
  • Na zwangerschap laag pitje
33
Q

Hoe is seksueel gedrag bij volwassenen?

A
  • Masturbatie: 90% mannen en 65% vrouwen
  • 1,2x/week seks
  • Minder spontane zin in langdurige relaties => Emotion work?
34
Q

Wat wordt bedoeld met Emotion work?

A

Zin in seks aanpassen aan behoefte van partner om frequentie acceptabel te houden

35
Q

Hoe is de seksuele beleving bij volwassenen?

A

Frequentie seks hangt samen met seksuele- en relatietevredenheid

Hechtingsprocessen

36
Q

Wat is het effect van ouder worden op de seksuele ontwikkeling?

A

Veroudeingsprocessen hebben minde rimpact op seks dan gedacht

Voornamelijk impact van ziektes en aandoeningen

37
Q

Hoe is de seksuele ontwikkeling bij ouderen?

A
  • Seks => Kwaliteit van leven
  • Stijgende levensverwachting => Langer gezond en vitaal
  • Meer open houding t.o.v. seks
  • Age-ism
  • Economische groei en groeiende welvaart: succesvol ouder worden
38
Q

Waarom is er bij ouderen een meer open houding t.o.v. seks?

A
  • Vrouwenemancipatie
  • Seksuele revolutie
  • Tolerantie t.o.v. homoseksualiteit
39
Q

Wat is age-ism?

A

Deseksualiseren van ouderen

40
Q

Welke mythen zijn ze over seks bij ouderen?

A
  • ‘Seks bij ouderen bestaat niet’
  • Niet aantrekkenlijk of aseksueel
  • ‘Seks bij ouderen is grappig’
  • Seks bij ouderen is wansmakkelijk of pervers => Negatieve attitude => Taboe
  • Mythen uit Boek vol goesting
41
Q

Wat zijn de mythen uit het Boek vol goesting?

A
  • Blik van omgeving
  • Christelijke gedachten (seks/voortplanting)
  • Beeldcultuur van jong, fysiek aantrekkelijk
42
Q

Wat zijn uitdagingen en nieuwe confrontaties bij ouderen?

(Volgens het Boek vol goesting)

A
  • Gezin
  • Tijd
  • Gezondheid
  • Werk/vrije tijd
43
Q

Wat is het effect van woonzorgcentra op de seksuele ontwikkeling van ouderen?

A
  • Gebrek aan privacy
  • Seksueel gedrag is ongepast?
  • Mythen over seks
  • Heteronormen