H6 Heuristieken Flashcards
Heuristieken
Handige vuistregels (automatisering) die het gevolg zijn van eerdere ervaringen of kennisvergaring.
Tweesystemenfenomeen
Informatieverwerking, systeem 1 omvat alle geautomatiseerde kennis, systeem 2 wordt geactiveerd als we iets tegenkomen dat bewuste aandacht vraagt.
Belief bias
Wanneer onze overtuigingen over de werkelijkheid ons redeneervermogen ondermijnen.
Truth bias
We denken vaker dat een leugen waar is dan dat de waarheid een leugen is.
Commitment heuristiek
Het OM vervolgt een verdachte zelden zonder dat daar een goede reden voor is.
Bias
Een foute conclusie als gevolg van een structurele manier van denken (heuristieken).
Representativiteitsheuristiek
Iets beoordelen op basis van hoe goed datgene past bij het stereotype.
Base rate
De prevalentie van een bepaald kenmerk in een groep.
Prosecutor’s fallacy
Het (foutief) interpreteren van de kans op een voor de verdachte nadelige manier.
Defense attorney’s fallacy
Het (foutief) interpreteren op een voor de verdachte gunstige manier.
Conjunction bias
Over het algemeen geldt dat gedetailleerdheid van een verklaring samenhangt met de waarheidsgetrouwheid (heuristiek). De conjunction bias is een denkfout dat een uitgebreider antwoord ook gelijk het meest waarschijnlijke antwoord is.
Hindsight bias
Nadat een gebeurtenis al heeft plaatsgevonden in overdreven mate te denken dat deze gebeurtenis voorspelbaar was (“Hoe kon je zo dom zijn?”).
Confirmation bias
Het onjuist toepassen van de heuristiek dat een hypothese kan worden bevestigd door ondersteunend bewijs te zoeken.