H6 Fuentes Halfgevorderden Flashcards
Wat is er met je aan de hand?
¿Qué te ocurre?/ ¿Qué te pasa?
Heb je pijn aan je nek?
¿Te duele el cuello?/ ¿Tienes dolor de cuello?
Juan heeft pijn aan zijn voeten.
A Juan le duelen los pies.
elkaar omhelzen
abrazarse
een omhelzing
abrazo, un
strelen
acariciar
de bloeddruk verlagen
bajar la presión arter
de buik
barriga, la
de mond
boca, la
de arm
brazo, el
de hersenen
cerebro, el
de elleboog
codo, el
het hart
corazón, el
de vingers
dedos, los
een onbekende
desconocido/a, un/a
genieten van
disfrutar de
Het is gunstig, bevorderlijk.
Es beneficioso.
Het is een tijdelijke oplossing.
Es una solución temporal.
de rug
espalda, la
een simpel gebaar
gesto sencillo, un
Ik heb teveel gegeten.
He comido demasiado.
de schouder
hombro, el
Ik pak zijn/haar hand vast.
Le agarro la mano.
Ik geef hem/haar een high-five.
Le choco los cinco.
Ik gaf hem/haar een kus.
Le di un beso.
Ik geef hem/haar een hand.
Le doy la mano.
bevrijden
liberar
Het belangrijkste is je gezondheid.
Lo más importante es tu salud.
de vroege ochtend
madrugada, la
de hand
mano, la
Ik heb hoofdpijn.
Me duele la cabeza./ Tengo dolor de cabeza.
Ik heb keelpijn./ Ik heb pijn in mijn keel.
Me duele la garganta./ Tengo dolor de garganta.
Ik heb pijn aan mijn knie.
Me duele la rodilla./ Tengo dolor de rodilla.
de kwaliteit van leven verbeteren
mejorar la calidad de vida
Mijn vriend/vriendin is bij me weg.
Mi novio/a me ha dejado.
een blik
mirada, una
de neus
nariz, la
Je moet rust nemen.
Necesitas descansar.
Ik vind mijn kussen niet fijn.
No me gusta mi almohada.
Ik ga het je niet nog een keer zeggen.
No te lo voy a decir otra vez.
de ogen
ojos, los
het oor
oreja, la
de vrede
paz, la
de voet
pie, el
de huid
piel, la
het been
pierna, la
het hormoonstelsel
sistema endocrino, el
het gevoel van eigenwaarde vergroten
subir la autoestima
Ik geef je een recept voor een spierverslapper.
Te voy a recetar un relajante muscular.
Ik geef je een recept voor een kalmerend middel.
Te voy a recetar un tranquilizante.
Ik moet een verslag inleveren.
Tengo que entregar un informe.