H6 Flashcards

1
Q

parlementaire democratie

A

Het volk kiest bij verkiezingen de volksvertegenwoordiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ministeriële verantwoordelijkheid

A

Ministers zijn verantwoordelijk voor het beleid van de regering en niet de koning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Census kiesrecht

A

Mannen die voldoende belasting betaalden mochten ook stemmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

1917

A

Mannen hadden kiesrecht vanaf 25 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

1919

A

Vrouwen hadden nu ook kiesrecht vanaf 25 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

1946

A

Algemeen kiesrecht vanaf 23 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

1965

A

Voor Nederlanders algemeen kiesrecht vanaf 21 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

1972

A

Algemeen kiesrecht voor Nederlanders vanaf 18 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Democratisering

A

proces dat steeds meer mensen macht krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Scheiding kerk en staat

A

Kerk heeft geen macht als het gaat over een maatschappelijk probleem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar hoort parlementaire democratie bij?

A

Bij kiesrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Actief kiesrecht

A

Recht om te kiezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Passief kiesrecht

A

Recht Om gekozen te worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke drie instituties van de parlementaire democratie zijn er?

A
  1. scheiding kerk en staat
  2. verkiezing van Tweede Kamer
  3. machtdilemma ‘ scheiding van machten’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welk dilemma hoort bij de scheiding van kerk en staat?

A

Machts en cultuur dilemma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welke zes machten zijn er?

A
  1. parlement
  2. kabinet
  3. rechtspraak
  4. ambtenaren
  5. massamedia
  6. externe adviseurs
17
Q

wat zijn de zes functies van massamedia?

A
  1. informatie
  2. spreekbuis
  3. agenda
  4. commentaar
  5. waakhond
18
Q

coalitie

A

Samenwerking van twee of meer partijen die samen een meerderheid vormen en samen regeren

19
Q

oppositie

A

Partijen die niet in de coalitie zitten en tegen het beleid ervan

20
Q

Bindend referendum

A

Burgers moeten meer inspraak krijgen de uitslag moet worden overgenomen

21
Q

Raadgevend referendum

A

Als advies dus hoeft niet overgenomen te worden

22
Q

doe democratie

A

Een vorm van meebeslissen van burgers door zelf maatschappelijke vraagstukken op te pakken