H4P2 Informatica Begrippen Flashcards
Algoritme
Een verzameling instructies die een computer uitvoert
Efficiëntie
Het aantal stappen dat nodig om bij een oplossing te komen
Best, Worst, Average
De drie scenario’s waarmee de efficiëntie van een algoritme bepaalt wordt
Zoekalgoritme
Een algoritme die bepaalde data op te zoeken
BubbleSort
Ieder element van links naar rechts vergelijken met degene ernaast en dan op volgorde zetten
MergeSort
Maakt gebruik van de divide-and-conquermethode. Verdeel het probleem in kleinere deelproblemen en los het op, als dat niet lukt verdeel het probleem verder
QuickSort
Maakt gebruik van de divide-and-conquermethode en van een pivot. Verplaats alle getallen kleiner of gelijk aan de pivot naar links en verplaats de rest naar rechts. Blijf dit herhale
Pivot
Wordt onder andere gebruikt bij QuickSort, dit element wordt gebruikt als middelpunt voor de andere elementen
Divide and Conquer
Verdeel-en-heersmethode, wordt gebruikt bij onder andere MergeSort en QuickSort. Hierbij wordt het probleem opgesplitst in kleinere delen
Dubbelzinnigheid
Een zin/woord die meerdere betekenissen kan hebben
Natuurlijke taal
De taal waarmee mensen met elkaar communiceren
Kunstmatige taal
Talen die door een of enkele mensen zijn gemaakt
Formele taal
de vorm en de betekenis vast, geen dubbelzinnigheid
Imperatieve taal
Taal waarmee de computer stapsgewijs instructies geven
Object georiënteerde taal
de taal draait om objecten, de bouwstenen die samen een applicatie vormen
Logische programmeren
Hierin beschrijf je een aantal randvoorwaarden, waarna je aan de compiler vraagt om een probleem op te lossen binnen die voorwaarden.
Functioneel programmeren
Programmeertalen die niet bestaan uit een lijst instructies, maar uit beschrijvingen van functies.
Syntax
Kort voor syntaxis, de manier waarop woorden en zinnen worden gemaakt. Te bekijken op drie niveaus: woordniveau, zinsniveau en contextniveau
Semantiek
De betekenis van een woord of een zin
Waarde
Een vaste waarde, getallen of strings
Operator
Het symbool waarmee je bijvoorbeeld optelt, toekent of vergelijkt
Backus-Nauvorm
Grammaticale regels voor formele talen worden vaak genoteerd in deze vorm
Variabele
element dat steeds kan verschillen
Keyword
Bepaalde woorden die niet zijn toegestaan als variabelenaam