H4.3 membraanpotentiaal Flashcards
wat is fysiologie
de leer van de normale levensverrichting en -verschijnselen
wat is pathofysiologie
situaties die afwijken van de standaard
hoe kunnen neuronen communiceren
- door actiepotentialen die via neurotransmitters en synapsen worden doorgegeven
hoe ziet het celmembraan eruit
dubbele laag fosforlipiden, met transporteiwitten in het membraan –> kanalen (selectief, maar snel) of transporters (niet selectief, maar traag)
wat is de Na/K-pomp
een electrogene pomp die natrium uit de cel pompt en kalium erin (3 eruit, 2 erin), het proces kost ATP en zorgt voor een asymmetrische concentratieverhouding .
wat is de Na/K-pomp
een electrogene pomp die natrium uit de cel pompt en kalium erin (3 eruit, 2 erin), het proces kost ATP en zorgt voor een asymmetrische concentratieverhouding .
wat is depolatisatie
het positieve worden van de membraanpotentiaal , intercellulair word positiever dan extracellulair. instroom natrium
wat is hyperpolarisatie (repolarisatie)
tegenovergestelde van depolarisatie, membraanpotentiaal wordt weer negatiever, intercellulair negatiever dan extracellulaire. kalium de cel uit.
wat is de rustmembraanpotentiaal
de membraanpotentiaal in rust, bij deze waarde is de verhouding van de betrokken ionen en de permeabiliteit van het membraan in verhouding.
hoe verloopt de start van een actiepotentiaal
het membraan word gedepolariseerd, als reactie openen ionkanalen zich. omdat natirumkanalen sneller zijn dan valiumkanalen opstaat er een grote instroom van natrium het membraan depolariseert (instroom Na)
wat gebeurt er als gevolg van de depolarisatie
de Ka-kanalen openen zich en er is een uitstroom van kalium, dit zorgt voor een repolarisatie van het membraan. kalium kanalen zijn traag hierdoor hyperpolarisatie
wat is de definitie van een evenwichtspotentiaal
de netto instroom is nul, evenwicht tussen chemische en elektrisch kracht.
welke twee krachten werken op ionen
chemische kracht
elektrische kracht
welke elektrische krachten spelen een rol
positief geladen natriumionen die door diffusie de cel binnenkomen maken de membraanpotnetiaal positiever, hoe meer natriumionen de cel in diffunderen hoe positiever en dus hoe groter de afstotende kracht tussen ionen en de intercellulaire ruimte.
hoe worden positieve en negatieve deeltjes genoemd en waardoor worden ze aangetrokken
negatieve deeltjes (Cl-) –> anionen, aangetrokken tot de anode
positieve deeltjes (Na, K+) –> kationen, aangetrokken tot kathode