H4 - UV/VIS SEPCTROSCOPIE Flashcards
Wat is UV/VIS spectroscopie?
Een kwalitatieve karakterisatie techniek die gebruik maakt van EMS uit het UV/VIS gebied die naar het onbekende staal gestuurd wordt; moleculen in het staal zullen deze straling absorberen.
Welke golflengte komt overeen met UV en VIS gebied?
UV = 200 - 380 nm
VIS = 380 - 780 nm
Wat gebeurt er op moleculair niveau bij UV/VIS spectroscopie?
UV/VIS elektromagnetische straling wordt naar het staal gestuurd waarbij moleculen in het staal deze straling bij een bepaalde golflengte absorberen.
—> deze straling zal ervoor zorgen voor een elektronen overgang: elektronen zullen zich verplaatsen van bezette molecuulorbitalen (bindend) naar onbezette molecuulorbitalen (anti-bindend) omdat dit energetisch gezien het meest gunstig is.
Hoeveel moleculair orbitalen worden er gevormd bij een molecule (algemene regel)?
Het aantal molecuulorbitalen is gelijk aan de som van het aantal atomaire orbitalen.
Welke 2 soorten molecuulorbitalen kunnen er gevormd worden? Leg ze ook energetisch uit:
Bindend molecuulorbitaal: lagere energie tov atomaire orbitalen
Anti-bindend molecuulorbitaal: hogere energie tov bindend orbitaal en atomaire orbitalen.
Welke types elektronen kunnen naar een hogere energetische toestand gaan door absorptie van UV/VIS?
- vrije elektronen (n)
- sigma elektronen (s)
- pi elektronen (p)
Wat zijn sigma elektronen?
Elektronen die deel uitmaken van een enkelvoudige binding.
Wat zijn pi elektronen?
Elektronen die deel uitmaken van een dubbele binding of een drievoudige binding.
Welke verschillende energie overgangen zijn mogelijk voor elektronen? (In volgorde van grooste naar laagste energiesprong)
Van bindend sigma naar anti-bindend sigma
Van bindend pi naar anti-bindend pi
Van vrije elektronen naar anti-bindend sigma
Van vrije elektronen naar anti-bindend pi
Wat is de relatie tussen de golflengte en de energiesprong nodig voor overgang?
Hoe groter de energiesprong; hoe meer energie er nodig is, hoe korter de golflengte is.
Wat gebeurt er met het bindingskarakter tijdens de overgang van bindend naar anti-bindend orbitaal? Geef het verband tussen de sterkte van de binding en de absorptiewaarschijnlijkheid/ intensiteit en leg uit.
Het bindingskarakter zal verzwakken: hoe sterker de binding (bv. Covalente binding): hoe lager de absorptiewaarschijnlijkheid omdat er meer energie nodig is voor de overgang.
Welke voorwaarde wordt opgelegd om te kunnen zeggen dat hoe langer de golflengte; hoe minder energie er nodig is en dus hoe hoger de absorptiewaarschijnlijkheid?
Deze uitspraak geldt enkel wanneer men 2 moleculen ONDERLING vergelijkt (molecule 1 VS molecule 2).
Binnen 1 molecule geldt dit niet: soms kan een overgang die meer energie kost, toch meer absorptiewaarschijnlijkheid vertonen. Dit kan verklaard worden door de ligging/ overlap van orbitalen.
Wat is een geconjugeerde systeem?
Een moleculaire structuur waarbij dubbele bindingen afgewisseld worden 1 voor 1 door een enkelvoudige binding.
Wat zijn chromoforen?
Functionele groepen die zich op een molecule bevinden die UV/VIS absorberen.
Bij welke golflengte absorberen alleenstaande chromoforen?
Bij een golflengte die niet hoger is de 200 nm
Wat is de invloed op de golflengte wanneer chromoforen zich bevinden in een molecule? Hoe kan je dit verklaren?
Wanneer chromoforen zich in een molecule bevinden, zal de golflengte toenemen. Dit kan verklaard worden door conjugatie; hoe meer conjugatie - hoe minder energie nodig voor de overgang - hoe langer de golflengte.
Welke 2 effecten hebben het solvent op UV/VIS spectrum? (Algemeen)
- solvent kan zelf ook UV/VIS absorberend zijn
- solvatatie: solvent kan een oorzaak zijn voor een bathochrome of hypsochrome shirt + ze kan een invloed hebben op de absorptie intensiteit/ waarschijnlijkheid en zorgen voor een hyperchrome of hypochrome shift.
Hoe kan men oplossen dat het solvent het UV/VIS spectrum niet beïnvloedt?
Het solvent zal bij bepaalde golflengten ook UV/VIS straling absorberen. Men kan hiervoor corrigeren door de UV/VIS spectroscopie te laten starten bij golflengtes waarbij het solvent zelf niet absorbeert.
Indien men dit niet doet is het signaal in het spectrum het resultaat van de som van de molecule en het solvent.
Wat wordt er bedoeld met ‘cut-off waarde’?
Cut-off waarde is de hoogste golflengte waarbij het solvent absorbeert. Of de golflengte van de start van de UV/VIS meting.
Hoe kan je verklaren dat de spectra van eenzelfde molecule verschillend is in andere literatuur?
Het gebruikte solvent: polair of apolaire solvent - de polariteit beïnvloedt het absorptiespectrum.
Wat is het gevolg op het spectrum van het gebruik van een polair solvent?
Wanneer een molecule in een polair solvent gebracht wordt, zal de molecule zich oriënteren volgens het dipoolmoment van de polaire solvent molecule. Hierdoor worden de energieniveaus verlegd met als gevolg dat de golflengtes waarbij de molecule absorptie vertoont wijzigt en je dus een ander spectrum verkrijgt.
Op welke 2 overgangen heeft solvatatie een effect? Hoe worden deze nog genoemd?
- Overgang van bindend pi naar antibindend pi = K-band
- Overgang van vrije elektronen naar antibindend pi = R-band
Leg het effect van het oplosmiddel op de absorptie golflengte uit bij een overgang van bindend pi naar antibindend pi:
Door het oplossen van de molecule in een polair solvent zal het energieniveau van zowel de grondtoestand als de aangeslagen toestand verlagen. MAAR het energieniveau van de aangeslagen toestand daalt het meest, waardoor de energiesprong van bindend pi naar antibindend pi in een polair solvent kleiner is dan de energiesprong van diezelfde overgang in een apolair solvent.
—> als de energiesprong kleiner wordt is er minder energie nodig voor de energie overgang. We zien een verschuiving naar een langere golflengte.
Hoe noemt men een verschuiving naar een langere golflengte? Geef ook een synoniem
Bathochrome shift = rode shift
Leg het effect van het oplosmiddel op de golflengte uit bij de overgang van n naar antibindend pi:
De energieniveaus van zowel de vrije elektronen als de aangeslagen toestand van pi antibindend orbitaal daalt. MAAR de daling van het energieniveau van de vrije elektronen (n) is het meest uitgesproken.
—> de energie die nodig is voor de overgang in een polair solvent is dus groter dan de energie nodig voor dezelfde overgang in een apolair solvent. Er zal dus absorptie optreden bij een kortere golflengte!
Hoe noemt men deze shift naar een kortere golflengte? Geef ook een synoniem?
Hypsochrome shirt = blauwe shift
Hoe kan je verklaren dat het n energieniveau meer daalt dan het antibindend pi orbitaal?
Molecule met vrije elektronen wordt in een polair solvent betrokken bij H-brugvorming waardoor de elektronen minder vrij zijn en dus het energieniveau daalt.
Wat is het verband tussen de polariteit en de verschuiving in golflengte?
De verschuiving zal afnemen naarmate het solvent meer polair is.
Wat wordt er bedoeld met een hyperchroom effect?
Het solvent zal zorgen voor een toename van absorptiewaarschijnlijkheid en dus ook absorptieintensiteit.
Wat is het tegenovergesteld van hyperchroom effect en wat betekent het?
Hypochroom effect: het solvent zorgt voor een daling in absorptiewaarschijnlijkheid en absorptie intensiteit.
In welk type solvent (polair of apolair) is de absorptiewaarschijnlijkheid het grootst? Hoe kan je dit verklaren?
In een polair solvent stijgt de absorptiewaarschijnlijkheid: dit is te verklaren in het feit dat vrije elektronen deel uitmaken van H-burg vorming.
—> wanneer vrije elektronen betrokken worden in een binding met een andere molecule: zal de interne bindingssterkte verzwakken. De absorptiewaarschijnlijkheid neemt toe naarmate je zwakkere bindingen hebt.
Hoe kan je verklaren dat een de absorptiewaarschijnlijkheid en dus de piekhoogte groter is, bij een energieovergang die meer energie verreist dan een andere overgang die minder energie vereist?
Dit kan je verklaren door de ruimtelijke oriëntatie van de orbitalen: de vrije elektronenorbitalen vertonen geen overlap met antibindend pi en bindend pi orbitalen.
Welke effect is een gevolg van conjugatie? Verklaar
Door conjugatie in een molecule treedt er een bathochrome shift of (langere golflengte) omdat conjugatie de energie van de overgang verlaagt.
+ ook een hyperchroom effect: hierdoor stijgt de absorptiewaarschijnlijkheid.
Wat is een synoniem voor conjugatie?
Mesomerie (resonantie)
Wat zijn 4 voorwaarden van conjugatie?
- vlakke molecule
- dubbele binding
- conjugatie van dubbele bindingen
- dubbele binding + n-elektronenpaar
Wat is het effect van conjugatie op het absorptiemaximum?
Hoe meer conjugatie, hoe meer het absorptiemaximum verschuift naar rechts (naar een langere golflengte) omdat de energiesprong minder groot is.
+ ook een stijging van de absorptiewaarschijnlijkheid.
Welke 2 gevallen kan men onderscheiden binnen mesomerie? Leg ze uit.
Positief mesomeer effect: X zal de elektronen in de richting van R verplaatsen waardoor er een stabiliseert effect is op de molecule. De elektronendichtheid neemt toe bij R.
Negatief mesomeer effect: X zal de elektronen in de richting van zichzelf verplaatsen waardoor er een destabiliserend effect is op de molecule. De elektronendichtheid neemt af bij R.
Wat is een inductief effect?
Een inductief heeft betrekking op enkelvoudige covalente sigma bindingen waarbij er een verschil in lading ontstaat binnen de molecule door een verschil in elektronennegativiteit tussen de atomen.
Wat is het verband tussen de afstand tot het atoom en het inductief effect?
Hoe groter de afstand van dat atoom, hoe minder uitgesproken het inductief effect.
Welke 2 gevallen bestaan er binnen inductief effect? Leg ze uit:
Positief inductief effect: X is een elektronenduwer die de elektronen in de richting van R stuurt waardoor de elektronendensiteit bij R toeneemt en de molecule stabieler is.
Negatief inductief effect: X is een EN element en dus een elektronenzuiger die de elektronen naar zich toetrekt waardoor de elektronendensiteit bij R afneemt de molecule minder stabiel is.
Hoe wordt een overgang van bindend pi naar anti-bindend pi ook genoemd?
K band
Verklaar dat moleculen met meer conjugatie een langere golflengte hebben:
Conjugatie betekent het verlagen van de energiesprong: hoe meer conjugatie, hoe meer elektronendelokalisatie; hoe kleiner de energiesprong en hoe minder energie nodig voor de overgang; hoe langer de golflengte en hoe groter de absorptiewaarschijnlijkheid.
Door welke overgang vertonen geconjugeerde C=C bindingen absorptie?
Door de overgang van bindend pi naar antibindend pi
Door welke parameter wordt de absorptiewaarschijnlijkheid gekenmerkt?
De molaire extinctiecoefficient (e)
Welke 2 effecten nemen toe naarmate de conjugatie toeneemt?
Bathochrome shift en hyperchroom effect
Door welke regels kan men het absorptiemaximum voorspellen op basis van een uitgangsstructuur?
Woodward fiesher regels
Wat is de uitgangsstructuur voor de voorspelling van absorptiemaximum bij geconjugeerde C=C binding?
Butadieen: een geconjugeerd systeem (dubbele binding - enkele binding - dubbele binding)
Welke 3 situaties onderscheiden we bij een carbonylverbinding?
- geïsoleerde CARBONYLVERBINDING van een aldehyde en Keton
- geïsoleerde CARBONYLVERBINDING van carboxylzuur, ester en amide
- geconjugeerde carbonylverbinding
Wat wordt er bedoeld met een geïsoleerde carbonylverbinding?
Een CARBONYLVERBINDING dat geen deel uitmaakt van een geconjugeerd systeem.
Welke overgangen kunnen voorkomen bij een geïsoleerde carbonyverbinding van een Keton of aldehyde? Met welke golflengte komen deze overeen?
N —> anti-bindend sigma: 190 nm
N —> anti-bindend pi: 285 nm
Bindend pi —> anti-bindend pi: 180 nm
Hoeveel pieken zijn er te zien in het UV/VIS spectrum wanneer het gaat over een geïsoleerde carbonylverbinding van een Keton/ aldehyde? Geef een kenmerkend uitzicht + verklaar
2 pieken: er is overlap van de n —> anti-bindend sigma en bindend pi —> anti-bindend pi.
De eerste piek is een vrij uitgesproken piek bij 190 nm: de overgang van n —> anti-bindend sigma is zeer waarschijnlijk. De 2de piek is minder uitgesproken en ligt verder bij een grotere golflengte omdat er minder energie nodig is voor deze overgang.
OPM: ookal is er meer energie nodig voor de overgang van n —> anti-bindend sigma dan voor de overgang van n —> anti-bindend pi: toch is deze overgang het meest waarschijnlijk.
Dit kan verklaard worden door de ruimtelijke ligging van de orbitalen tov elkaar: antibindende orbitalen liggen verder waardoor de elektronen er moeilijker in geraken.