H1 En H2: Algemene Inleiding En Inleiding Spectroscopische Technieken Flashcards

1
Q

Wat is analytische chemie?

A

Het is de kwalitatieve en kwantitatieve karakteristiek van stalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat wordt er bedoeld met kwalitatieve analyse en respectievelijk kwantitatieve analyse?

A

Kwalitatief = identificeren van de componenten in een staal.
Kwantitatief = hoeveelheid of concentratie van een bepaalde component in een staal bepalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke 2 stappen zijn cruciaal vooraleer men een staal kan analyseren?

A

Staalvoorbereiding en scheiding (bv. Bij spectroscopische technieken - als je een onzuiverstaal hebt of mengsel van een staal krijg je mengspectra waarbij de componenten moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn —> Bv; eerst chromatografie om de componenten van elkaar te scheiden en dan spectroscopische techniek).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke 5 aspecten zijn belangrijk voor het selecteren van een juiste analysemethode?

A
  1. Kwantificatielimiet
  2. Accuraatheid
  3. Precisie
  4. Selectiviteit
  5. Monstercapaciteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat wordt er bedoeld met de kwantificatielimiet?

A

Welke concentratie ik nog met een voldoende hoge accuraatheid en precisie kan meten met het toestel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat wordt bedoeld met accuraatheid?

A

Hoe dicht het meetresultaat ligt bij het werkelijke meetresultaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat wordt bedoeld met precisie?

A

Hoeveel onze resultaten van elkaar afwijken indien we onze proef meerdere keren zouden uitvoeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de eenheid van lengte?

A

Meter (m)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de eenheid van massa?

A

Kilogram (kg)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de eenheid van tijd?

A

Seconden (s)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de eenheid van elektrische stroom?

A

Ampère (A)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de eenheid van temperatuur?

A

Kelvin (K)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de eenheid van hoeveelheid substantie?

A

Mole (mol)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de eenheid van lichtintensiteit?

A

Candela (cd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de eenheid van katalytische hoeveelheid?

A

Katal (kat)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Van welke afgeleide SI-eenheid is KATAL afkomstig?

A

Mol/s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Met hoeveel m^3 komt 1l overeen?

A

1 L = 10^-3 m^3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is de eenheid van frequentie?

A

Hertz (Hz) = 1/s

19
Q

Wat is de eenheid van kracht?

A

Newton = m.kg/s^2

20
Q

Wat is de eenheid van vermogen?

A

Watt (W) = J/s

21
Q

Wat is eenheid van energie?

A

Joule (J) = N.m

22
Q

Wat is de eenheid van elektrische lading?

A

Coulomb (C) = A.s

23
Q

Wat is de eenheid van weerstand?

A

Ohm = V/A

24
Q

Wat is de eenheid van elektrische potentiaal?

A

Volt (V) = W/A

25
Q

Welke macht van tien is de prefix GIGA?

A

10^9

26
Q

Welke macht van 10 is de prefix MEGA?

A

10^6

27
Q

Welke macht is de prefix KILO?

A

10^3

28
Q

Welke macht van 10 is de prefix HECTO?

A

10^2

29
Q

Welke macht van 10 is de prefix DECA?

A

10^1

30
Q

Welke macht van 10 is de prefix deci?

A

10^-1

31
Q

Welke macht van 10 is de prefix CENTI?

A

10^-2

32
Q

Welke macht van 10 is de prefix MILI?

A

10^-3

33
Q

Welke macht van 10 is de prefix MICRO?

A

10^-6

34
Q

Welke macht van 10 is de prefix NANO?

A

10^-9

35
Q

Welke macht van 10 is de prefix PICO?

A

10^-12

36
Q

Welke macht van 10 is de prefix FEMTO?

A

10^-15

37
Q

Welke macht van 10 is de prefix ATTO?

A

10^-18

38
Q

Hoeveel seconden telt respectievelijk 1 minuut en 1 uur?

A

1 minuut = 60 s
1 uur = 3 600 s

39
Q

Hoeveel kg is 1 ton?

A

1 ton = 10^3 kg

40
Q

Welke spectroscopische technieken worden van elkaar onderscheiden? Op basis van welke eigenschap verschillen ze van elkaar?

A
  1. Atomaire absorptie spectroscopie en atomaire emissiespectrometrie
  2. UV/VIS spectroscopie (en fluorescentie)
  3. IR (infrarood) spectroscopie
  4. NMR (nucleaire magnetische resonantie spectroscopie
  5. Massaspectroscopie
    —> ze verschillen van elkaar in het feit welk deel van het EM spectrum, dus welke golflengte aan elektromagnetische straling dat ze gebruiken.
41
Q

Wat is het verschil tussen spectroscopie en spectrometrie?

A

Spectroscopie wordt gebruikt voor kwalitatieve aspecten: structuuropheldering en structuurbevestiging.
Spectrometrie wordt gebruikt voor kwantitatieve aspecten

42
Q

Wat is het algemene principe van spectroscopie?

A

We hebben een staal met verschillende componenten in. We willen deze indentificeren of kwantificeren met behulp van spectroscopie: hierbij zullen we licht uit een bepaald deel van het elektromagnetisch spectrum naar het staal sturen. Elektromagnetische straling wordt naar het staal gestuurd. De moleculen in het staal zullen interageren met deze straling en zullen een signaal produceren dat gedetecteerd kan worden met een detector.
Het resultaat van een spectroscopie is een spectrum = fingerprint.

43
Q

Wat zijn 2 kenmerken van een spectrum?

A

Het is molecule afhankelijk: elke molecule zal aanleiding geven tot een ander spectrum omdat elke molecule op een andere manier met de EMS zal interageren.
Het is afhankelijk van de structuur van de molecule en de aanwezige functionele groepen.