H4, Begrippen Toets Flashcards
Drieslagstelsel
Manier van landbouw waarbij een akker elk derde jaar braak ligt.
Geestelijke
Iemand die in dienst is van de kerk.
Herendiensten
Klusjes die een horige voor zijn leenheer moest doen.
Horige
Boer die bij een leenman en het gebied hoorde. Hij was een soort slaaf.
Islam
Godsdienst van de mensen die de leer van Mohammed volgen.
Klooster
Groot gebouw met vaak veel land eromheen. Er wonen en werken monniken of nonnen.
Koran
Heilig boek voor moslims
Leenheer
Man die een deel van zijn gebied door iemand anders liet besturen.
Leenman
Man die een stuk land bestuurde voor zijn leenheer.
Leenstelsel
Manier van besturen waarbij de koning het dagelijks bestuur overliet aan leenmannen.
monnik
Man die in een klooster woont en leeft in dienst van God.
Moslim
Aanhanger van de islam.
Non
Vrouw die in een klooster woont en leeft in dienst van God.
Ridder
Soldaat van de koning. Vaak had een ridder ook een stuk land.
Standen
De drie groepen van de samenleving in de vroege Middeleeuwen.