H4 Flashcards
La comica
Het eten
La bebida
Het drankje
El pan
Het brood
La zanahoria
De wortel
La pasta
De pasta
La galleta
Het koekje
El tomate
De tomaat
La naranja
De sinaasappel
El atún
De tonijn
El plátano
De banaan
El pollo
De kip
Los frutos secos
De noten en gedroogde vruchten
El queso
De kaas
El yogur
De yoghurt
Los calamares
De inktvisringen
La leche
De melk
El pescado
De vis (als gerecht)
La carne
Het vlees
La verdura
De groente
La patata
De aardappel
El ingrediente
Het ingrediënt
El agua
Het water
La cocina
De keuken
La especialidad
De specialiteit
La ensalada
De salade
El café
De koffie
La sandía
De watermeloen
La enchilada
De gevulde tortilla
La tarta
De taart
Sabroso/-a
Smakelijk
Fresco/-a
Vers
Vegetariano/-a
Vegetarisch
El azúcar
De suiker
La vitamina
De vitamine
El arroz
De rijst
El melón
De meloen
La botella
De fles
La hamburguesa
De hamburger
La nevera/el frigo-rífico
De koelkast
El comedor
De eetkamer
El chocolate
De chocolade
El bombón
De bonbon
La pera
De peer
La manzana
De appel
La cebolla
De ui
La mantequilla
De boter
Medio/-a
Half
El kilo
De kilo
La uva
De druif
Los macarrones
De macaroni
La paella
Het Spaanse rijstgerecht
El maíz
De mais
El jamón
De ham
A la plancha
Gegrild
Frito/-a
Gebakken
El filete
De filet
La taza
Het kopje
El vaso
Het glas
La limonada
De citroenlimonade
El té
De thee
La piña
De ananas
El plato
Het bord
La sopa
De soep
El flan
De pudding
De primero
Als voorgerecht
De segundo
Als hoofdgerecht
De postre
Als nagerecht
La sal
Het zout
El desayuno
Het ontbijt
El amuerzo
De lunch
La merienda
Het tussendoortje
La cena
Het avondeten
El melocotón
De perzik
La miel
De honing
Los cereales
De muesli
La salchicha
Het worstje
El salmón
De zalm
La tortilla
De Spaanse omelet
La gamba
De garnaal
La aceituna
De olijf
Comprar
Kopen
Tomar
Nemen
Utilizar
Gebruiken
Comentar
Bespreken
Cuidar
Letten/passen op
Pensar
Denken
Querer
Willen
Poner
Plaatsen, zetten
Contener
Bevatten
Freír
Bakken
