H4 Flashcards

1
Q

van wat is de atoomstraal afhankelijk?

A
  1. aantal gebruikte schillen
  2. afscherming v buitenste elektron
  3. grootte kernlading
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

verandering van atoomstraal binnen groep?

A

neemt toe van boven naar beneden
WANT meer schillen (verder v kern)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

verandering v atoomstraal binnen periode?

A

neemt af van links naar rechts
WANT toename kernlading (aantrekkingskracht met kern)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

atoomstraal v edelgassen?

A

plots stuk groter
WANT orbitalen perfect gevuld
=> elektronen afschermen v kern

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

syn positief ion?

A

kation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

straal pos ion?

A

ion kleiner dan oorspr atoom WANT 1 schil minder in gebruik
(+ grotere aantrekkingskracht met kern

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

straal neg ion?

A

groter dan oorspr atoom WANT meer elektronen -> stoten zich van elkaar af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly