H4 Flashcards

1
Q

Hoe ontstond de historische binnenstad van Berlijn?

A

Op een eiland in de rivier Spree.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe breidde Berlijn zich uit?

A

Vanaf het oude centrum in alle richtingen onder andere langs Unter den Linden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer werd de Industrie in Duitsland Belangrijk?

A

Vanaf 1871.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar vestigden de fabrieken zich?

A

Langs rivieren en spoorwegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar liggen de oude woonwijken?

A

Rondom de binnenstad.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe zagen de oude woonwijken eruit?

A

Dicht bebouwde wijken met woonblokken van 4 tot 5 verdiepingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe werd Berlijn verdeeld na WW2?

A

Oost-Berlijn = Russen de macht.
West-Berlijn = Engelsen, Fransen, en Amerikanen de macht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer werd de Berlijnse muur opgebouwd en waarom?

A

13 Augustus 1961. Zodat Oost-Duitsers niet meer naar het vrije Westen kunnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat waren gevolgen van de Berlijnse muur?

A
  1. In Oost-Berlijn lag het oude centrum, daardoor had West-Berlijn een nieuw stadscentrum nodig. (rondom de Kurfürsten Damm).
  2. Er ontstond een strook niemandsland om de muur.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer was de val van de muur?

A

9 November 1989

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke 2 dingen moesten gebeuren na de val van de muur?

A
  1. Inrichting legen gebieden.
  2. Vernieuwing oude woonwijken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe werden de lege gebieden ingericht?

A

Aan de West kant = CBD
Aan de Zuid kant =Potsdamer platz
Oost en Noord minder leeg gebied.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waardoor kwam bevolkingstoename in Berlijn?

A
  1. Natuurlijke bevolkingsgroei.
  2. Vestigingsoverschot.
  3. Re-urbanisatie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Na WW2 is Duitsland economisch snel gegroeid, waarin?

A

Auto-industrie, Chemie, Dienstensector.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe komt het dat het Inwonertal stabiel blijft ondanks het lage geboortecijfer?

A

Asielzoekers en geschoolde krachten uit andere EU landen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar is er sprake van Demografische Krimp?

A

Oost-Duitsland en oude industriegebieden zoals het Rhur-Gebied.

17
Q

Noem enkele groeigebieden.

A

Berlijn, Hamburg, München, Keulen.

18
Q

Wanneer werd de EEG (Europese Economische Gemeenschap) opgericht?

A

1957

19
Q

Wat was het doel van de EEG?

A

Om oorlog te voorkomen en welvaart te creëren (EEG is later uitgegroeid tot de EU).

20
Q

Waarom sloten landen in Zuid-Europa pas in de 80s aan bij de EU?

A

Omdat toen de dictatuur, oorlogen, communisme was beëindigd.

21
Q

Noem een paar eigenschappen van de EU.

A
  1. Multicultureel.
  2. Eenheid op politiek en economisch gebied.
  3. Europees Machtsblok.
  4. Interne Markt.
22
Q

Noem een groot verschil binnen de EU.

A

Economische scheiding tussen welvarend Noord en West, en armer Oost en Zuid.

23
Q

Noem de 3 aspecten van Stedelijke Vernieuwing.

A
  1. Vernieuwing van de woningen en openbare ruimte.
  2. Verbetering van de leefomgeving door te zorgen voor meer veiligheid.
  3. Meer kansen voor bewoners op het gebied van wonen, werken, opleiding, zorg, en welzijn.
24
Q

Waarom gaan vluchtroutes niet meer over land?

A

De grensgebieden van de Schengenlanden worden streng gecontroleerd.