H4. Flashcards

Hiërarchie of heterarchie?

1
Q

Wat zijn de drie klassieke voorrangsregels in de Nederlandse rechtsorde?

A
  1. Een hiërarchisch hogere regel zet een lagere regel opzij.
  2. Een specifieke regel gaat voor een algemene.
  3. Een regel van jongere datum gaat voor een regel van oudere datum.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat betekent ‘lex superior derogat legi inferiori’?

A

Een hiërarchisch hogere regel zet een lagere regel opzij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat betekent ‘Lex specialis derogat legi generali’?

A

Een specifieke regel gaat voor een algemene

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat betekent ‘Lex posterior derogat legi priori’?

A

Een regel van jongere datum gaat voor een regel van oudere datum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de Nederlandse rangorde van rechtsordes?

A
  1. Internationaal en Europees recht;
  2. het Statuut;
  3. de Grondwet (Staten-Generaal en regering gezamenlijk met een verzwaarde procedure);
  4. wetten in formele zin (Staten-Generaal en regering gezamenlijk);
  5. AMvB(regering);
  6. ministeriële regeling;
  7. provinciale verordening;
  8. gemeentelijke verordening.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke uitzondering voor de bevoegdheid van de rechter geldt er voor de toetsing van de voorrangsregel in de rechtsordelijke rangorde? En waarom?

A

Rechter mag niet beoordelen of formele wetten in overeenstemming zijn met de Grondwet en verdragen (en het Statuut en ongeschreven rechtsbeginselen). Artikel 120 grondwet.

Door het democratiebeginsel: als de rechter bevoegd zou zijn wetten in formele zin te toetsen aan de grondwet, dan zou het laatste woord over de geldigheid van wetten in formele zin bij de rechter liggen in plaats van bij de volksvertegenwoordiging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat hield de uitspraak in Van Gend en Loos in?

A

Bepalingen van Europees recht hebben directe ofwel rechtstreekse werking in de nationale rechtsorde van de lidstaten (mits de bepaling ‘onvoorwaardelijk en voldoende nauwkeurig’ is).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat hield de uitspraak in Costa/Enel in?

A

Europees recht heeft voorrang boven alle daarmee strijdig nationaal recht, inclusief de Grondwet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer kunnen particulieren zich beroepen op de bepalingen van een richtlijn wanneer ze nog niet zijn omgezet door de nationale wetgever?

A

Als een richtlijn inhoudelijk gezien onvoorwaardelijk en voldoende nauwkeurig lijkte te zijn en de omzettingstermijn is verstreken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welk grondwet artikel is de equivalent van Van Gend en Loos en wat betekent het?

A

Artikel 93 Grondwet: ‘Bepalingen van verdragen en van besluiten van volkenrechtelijke organisaties, die naar haar inhoud een ieder kunnen verbinden, hebben verbindende kracht nadat zij zijn bekendgemaakt.’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welk grondwet artikel is de equivalent van Costa/ ENEL en wat betekent het?

A

Artikel 94 Grondwet: ‘Binnen het Koninkrijk geldende wettelijke voorschriften vinden geen toepassing, indien deze toepassing niet verenigbaar is met een ieder verbindende bepalingen van verdragen en van besluiten van volkenrechtelijke organisaties.’

Met andere woorden: bepalingen uit internationale verdragen en besluiten van internationaal organisatie die niet eenieder verbinden kunnen nationaal recht niet opzijzetten. Hetzelfde geldt voor voorschriften van internationaal gewoonterecht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat houdt het rookverbod-arrest in?

A

Dat artikel 8 lid 2 WHO kaderverdrag ‘een ieder verbindend’ is en daarmee voorrang heeft op artikel 3 lid 2 besluit 2011, zodat de uitzondering voor kleine cafés onverbindend is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Onder welke twee voorwaarden verleent het internationaal recht zijn rechten en plichten volgens artikel 93 grondwet?

A
  1. De regels van internationaal recht zijn conform de eisen van het nationale recht in Nederland gepubliceerd (art 95 Gw). Dit dient de rechtszekerheid: Burgers moeten weten welke rechten en plichten voor hun gelden.
  2. de bepaling van internationaal recht moet ‘naar haar inhoud een ieder kunnen verbinden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat voor toetsingskader heeft de hoge raad geformuleerd om een antwoord te kunnen geven de betekenis van ‘een ieder verbindende bepaling?

A

Een tweestappentoest:
1) ” Indien noch uit de tekst, noch uit de totstandkomingsgeschiedenis volgt dat geen rechtstreekse werking van de verdragsbepaling is beoogd, is de inhoud van die bepaling beslissend”. Kortom: heeft de verdragsbepaling directe werking?

2) Is de bepaling onvoorwaardelijk en voldoende nauwkeurig om toegepast te kunnen worden in de nationale rechtsorde?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom is de wereld van het transnationale en internationale recht gedecentraliseerd?

A

Er is geen centraal overheidsorgaan met wetgevende, rechtsprekende en uitvoerende macht. Gelijkwaardige staten en internationale organisaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het Jus Cogens

A

Het Jus Cogens is een categorie normen in het internationaal recht die voorrang heeft boven ieder andere regel. Voorbeeld is het verbod op oorlogsmisdaden. Artikel 53 van het Weens Verdragenverdrag

17
Q

Waarom kenmerkt de wereld van transnationaal en internationaal recht zich door heterarchie?

A

Er is geen hiërarchie tussen de rechtsnormen uit verschillende rechtsordes van transnationaal en internationaal recht, met uitzonderingen daar gelaten.

18
Q

Wat zijn de uitzonderingen op de heterarchie kenmerk van transnationaal en internationaal recht?

A
  • Art. 103 VN handvest
  • Jus cogens (art. 53 Weens verdragenverdrag)
  • Artikel 53 EVRM
19
Q

Welke Duitse uitspraken zijn voorbeelden van conflicten van tussen rechtsordes?

A
  1. Solange I (1974)
  2. Solange II (1986)
  3. Maastricht-Urteil (1993)
  4. Lissabon-Urteil (2009)
  5. Weiss (2020)
20
Q

Wat hield Solange I (1974) in?

A

gemeenschapsrecht heeft slechts voorrang heeft zolang het voldoende waarborgen biedt tegen schendingen van de grondrechten van de Duitse grondwet

21
Q

Wat hield Solange II (1986) in?

A

Zolang de EG-bescherming van fundamentele rechten op peil bleef, zou het Hof het gemeenschapsrecht niet langer zelf toetsen in individuele gevallen, maar zich voegen naar de rechtspraak het HvJ EG.

22
Q

Wat hield Maastricht-Urteil (1993) in?

A

Vanwege gebrekkige democratie in EU: als de EU zich bevoegdheden toe-eigent die onvoldoende voorzienbaar en voorspelbaar zijn en niet terug te voeren zijn op specifieke goedkeuring van de Bondsdag, dan zou de Unie ultra vires (buiten haar bevoegdheid) handelen.

23
Q

Wat hield Lissabon-Urteil (2009) in?

A

vijf gebieden aan waar uitgebreide machtsoverdracht niet is toegestaan onder de Duitse grondwet, waaronder de begrotingsbevoegdheid van de Bondsdag.

24
Q

Wat hield Weiss (2020) in?

A

Het Duitse Bundesverfassungsgericht verwierp de HvJEU conclusie in Weiss en stelde dat zowel het opkoopprogramma als de uitspraak van het HvJEU ultra vires zijn. Daarom is de uitspraak van het HvJEU niet verbindend in Duitsland.

25
Q

Wat hield de Deense Ajos-zaak in?

A

nationale rechter legt voorrang van Europees recht naast zich neer met beroep op nationaal recht.

omdat dit in strijd zou zijn met de constitutionele beginselen van rechtszekerheid en opgewekt vertrouwen: de werkgever mocht er op grond van de Bediendenwet van uitgaan dat hij geen ontslagvergoeding verschuldigd was aan een werknemer die recht had op een opgebouwd pensioen.

26
Q

Wat is de uitkomst van de Kadi-zaak?

A

bij een internationale overeenkomst opgelegde verplichtingen [kunnen] geen afbreuk doen aan de constitutionele beginselen van het EG-Verdrag, waaronder het beginsel dat alle communautaire maatregelen de grondrechten moeten eerbiedigen, wat een voorwaarde is voor hun wettigheid, die door het Hof dient te worden gecontroleerd in het kader van het door dit Verdrag in het leven geroepen volledige stelsel van rechtsmiddelen