H4 Flashcards

1
Q

koolhydraten

A

= koolstof-gebaseerde moleculen die rijk zijn aan hydroxylgroepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

monosacchariden

A

= simpelste koolhydraten die typisch 3 - 7 koolstoffen bevatten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

opdeling van monosacchariden?

A

aldosen
ketosen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

aldosen

A

= monosacchariden met een aldehyde-groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

ketosen

A

= monosacchariden met een keton-groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

D-glyceraldehyde

A

= OHgroep op referentieatoom staat rechts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

L-glyceraldehyde

A

= OHgroep op referentieatoom staat links

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hemiacetalen en hemiketalen

A

= reactie tussen alcoholen en aldehyden of ketonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

anomerisch koolstof

A

= een chiraal center = de OHgroep kan aanvallen op de carbonylkoolstof op 2 plaatsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

reducerende suikers

A

= monosacchariden met reducerende potentiaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

niet-reducerende suikers

A

= monosacchariden zonder reducerende potentiaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

pyranoses

A

= 6-ring
= pyraan heeft 6 delen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

furanoses

A

= 5-ring
= furaan heeft 5 delen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

disacchariden

A

bestaan uit 2 monosacchariden die covalent gebonden zijn via een glycosidische binding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

glycosidische binding

A

= de covalente binding tussen het anomerische koolstof van een saccharide en een alcohol (of amine)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

maltose

A

= gevormd door afbraak van glycogeen en zetmeel
= 2 - glucose-monomeren

17
Q

trehalose

A

= energie-opslag
= niet-reducerende suiker

18
Q

lactose

A

= galactose + glucose
= reducerend suiker

19
Q
A