H4 Flashcards
1
Q
Definitief
A
Zeker
2
Q
Gebruikelijk
A
Gewone
3
Q
Gelijkelijk
A
Rustig verlopend
4
Q
Gering
A
Klein
5
Q
Gestructureerd
A
Goed opgebouwd
6
Q
Globaal
A
Ruw geschat
7
Q
Grondig
A
Diepgaand
8
Q
Gunstig
A
Voordelig
9
Q
Intensief
A
Uitputtend/grondig
10
Q
Oorspronkelijk
A
Allereerst
11
Q
Overbodig
A
Onnodig
12
Q
Overzichtelijk
A
Makkelijk te overzien
13
Q
Schaars
A
Weinig
14
Q
Voornaam(st)
A
Belangrijk(st)
15
Q
Zelfstandig
A
Op eigen kracht handelend