H3 woorden Flashcards

1
Q

subtropische maximum

A

hogedrukgebied maximum rond 30 graden breedte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waterdamp

A

verdampt water in de lucht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

El Niño

A

het verschijnsel dat het zeewater in het midden en het oosten van de Grote oceaan extra sterk opwarmt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

seismisch gat

A

een gebied waar lang geen zware aarbeving is voorgekomen vergeleken met de omringde gebieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

aardas

A

een denkbeeldige as waar de aarde om draait

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

temperatuurfactoren

A

vijf factoren die grote invloed hebben op de temperatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

de vijf temperatuurfactoren

A

breedteligging, hoogteligging, ligging ten opzichte van de zee, aanvoer van koude of warmte elders door wind of zeestromen, ligging van gebergten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

luchtstreken

A

de temperatuurzones op aarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

stuwingsregen

A

neerslag die ontstaat door stijgende lucht tegen een gebergte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

loefzijde

A

de windkant van een gebergte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

lijzijde

A

de kant die uit de wind ligt, heet ook regenschaduw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoogtegordel

A

een plantengroeizone op een berg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

alpenweiden

A

hoogtegordel die boven de boomgrens begint

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

rotsgordel

A

de hoogtegordel waar door de kou bijna geen planten groeien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

convectiestromen

A

stroming van het gesmolten gesteente onder de aardkorst binnen de aarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

divergentie

A

platen bewegen uit elkaar

17
Q

convergentie

A

de platen drijven naar elkaar toe

18
Q

subductie

A

een oceanische plaat duikt onder een lichtere continentale plaat

19
Q

transforme beweging

A

de platen schuiven langs elkaar

20
Q

hypocentrum

A

het diepste punt van een aardbeving

21
Q

epicentrum

A

het punt aan het aardoppervlak dat loodrecht erboven zit