H3 Omgeving van organisaties Flashcards
Twee manieren waarom de externe omgeving voor een organisatie belangrijk is:
- De afzetmarkt van producten en diensten.
- Hulpbronnen betrekken om die producten en diensten voort te brengen.
(De externe omgeving is dus zowel afzet- als inkoopkracht)
De externe omgeving kan worden opgedeeld in:
- Een meso-omgeving
- Een macro-omgeving
De meso-omgeving bestaat uit…
een bedrijfstak en ondernemingen die daar direct of indirect op inwerken.
Factoren van directe en indirecte invloed binnen de meso-omgeving:
- Directe invloed: leveranciers en afnemers
- Indirecte invloed: toetreders en substituten
Waarin worden de factoren die de hevigheid van de concurrentie in een bedrijfstak bepalen, weergegeven?
In de vijfkrachtenmodel van Porter.
Zie blz. 65 figuur 3.1
Welk inzicht wordt volgens Porter verkregen als het vijfkrachtenmodel op een juiste manier wordt toegepast?
Het toepassen van het vijfkrachtenmodel van Porter geeft inzicht in de structurele winstgevendheid en (daarmee) aantrekkelijkheid van een bedrijfstak (nu en in de toekomst). Dit inzicht kan worden gebruikt bij het ontwikkelen van strategische alternatieven.
Het vijfkrachtenmodel van Porter (1980, 2008):
Mogelijke toetreders > Concurrenten/rivaliteit < Substituten
Leveranciers > Concurrenten/rivaliteit < Afnemers
Tot welke theorie kan het vijfkrachtenmodel van Porter worden beschouwd?
Het vijfkrachtenmodel is een descriptief model. Met het model kunnen de verschillende krachten die bepalend zijn voor de mate van concurrentie op een systematische manier in kaart worden gebracht (= beschreven).
Factoren die de rivaliteit tussen bestaande concurrenten beïnvloeden (voorbeelden in supermarktland, dierenartsen):
- De verhouding tussen vraag en aanbod: meer aanbod dan vraag? Of vraag en aanbod is min of meer in evenwicht?
- Groei in de markt: hoge marktgroei, meer inspanning en meer kansen.
- Door vaste productiekosten en in bepaalde markten maximaal benutten van capaciteit, is de neiging tot prijsdalingen.
- Mate van differentiatie in de bedrijfstak: als het niet goed mogelijk is het eigen aanbod te laten verschillen van dat van de concurrenten, is de concurrentie vaak hevig en wordt ze uitgevochten op prijs.
- Hoge uittredingsdrempels: bijvoorbeeld door hoge niet-overdraagbare investeringen, waardoor uittreding gepaard gaat met onaanvaardbaar hoge afschrijvingen op activa op de balans.
Factoren van toetredingsbarrières van dreiging die uitgaat van nieuwe toetreders, (bijvoorbeeld in supermarktland):
- Strikte voorwaarden: verbonden zijn aan lidmaatschap van beroepsgroepen of brancheverenigingen.
- Omschakelkosten van afnemers.
- Bestaande concurrenten in de bedrijfstak die op grote schaal producten en diensten produceren en daarmee de kostprijs drukken.
- Grote hoeveelheden kapitaal die benodigd zijn om een productieapparaat te starten.
- Slechte of moeilijke toegang tot de bestaande distributiekanalen.
- Belemmerende wet- en regelgeving.
Factoren vormen van dreiging die uitgaat van substituten (voorbeelden, in TV-land en in de financiële sector zoals banken):
- Als het ene product het andere vervangt, bijvoorbeeld verzending van post via e-mail of skypen i.p.v. opbellen.
- Behoefte van een compleet nieuw product of nieuwe dienst, waarmee bestaand product of bestaande dienst overbodig wordt. Voorbeelden goedkopere van kwalitatief hoogwaardige huishoudelijke apparaten. Reparatie- en onderhoudsdiensten worden overbodig.
- De generieke substitutie: de bevrediging van een klantbehoefte door een product of dienst die sterk afwijkt van het bestaande product. Voorbeeld, keuze voor een UHD tv i.p.v. tussendoorvakantie.
Factoren onderhandelingsmacht van afnemers of de hoge macht van kopers (bijvoorbeeld in de zorg sector):
- Als er sprake is van een concentratie van kopers en de kopers zich organiseren om een machtsblok te vormen.
- Door grote keuzemogelijkheden van de kopers omdat er veel aanbieders zijn, door keuze uit verschillende, onderling concurrerende bedrijven.
- Door dat de kosten van de componenten, de materialen en de arbeid voor het produceren van een product of dienst hoog zijn, waardoor de kopers veel tijd en aandacht besteden aan het zoeken en vinden van “de beste koop”.
Factoren verhoging van onderhandelingsmacht van de toeleveranciers (bijvoorbeeld in de auto-industrie):
- Het aantal toeleveranciers dat in hoge mate unieke en kwalitatief hoogwaardige producten en diensten levert.
- Toeleveranciers met een sterk merk.
- Toeleveranciers die zelf beschikken over een ruim klantenbestand en het zich kunnen veroorloven een klant te verliezen.
Wanneer is het vijfkrachtenmodel niet geschikt?
Het vijfkrachtenmodel is niet geschikt om de structurele winstgevendheid van bedrijven met verschillende producten en diensten in één keer in kaart te brengen. Doet men dat wel dan ontstaat er een beeld da tweinig inzicht geeft, omdat men geneigd zal zijn om naar het gemiddelde van de vijf krachten te zoeken.
Aantrekkelijkheid bedrijfstakken:
Door het vijfkrachtenmodel uit te werken kan er een inschatting gemaakt worden over de relatieve aantrekkelijkheid van een bedrijfstak. Hierop kan de strategie van een organisatie afgestemd worden.