H3: Indelingen, onderscheidingen en begrippen Flashcards
Nadelen aan indelingen op basis van gebruiksdoel of meetpretentie
- In verschillende situaties bestaan er verschillende meetpretenties
- Het is lastig om een indeling op basis van gedrag te maken.
Test op prestatieniveau
Het maximaal haalbare van een persoon wordt gevraagd. Er zijn duidelijke normen van goed of fout.
Test voor gedragswijze
Er is niet een goed of fout, maar het gaat vooral om de manier waarop iemand iets doet.
Enkelvoudige algemene niveautests
Geven een indicatie van het algemene niveau van iemands intelligentie.
Drie categorieën van de enkelvoudige algemene niveautests
- Individuele ontwikkelingstests
- Individuele genietests voor volwassenen
- Algemene collectieve intelligentietests
Individuele ontwikkelingstest
De intelligentiescore wordt vergeleken met de scores van leeftijdsgenoten.
Individuele genietest voor volwassenen
Er wordt gekeken naar het intelligentieniveau wanneer die als volgroeid kan worden beschouwd. Dit is ongeveer bij de leeftijd van 15-17 jaar.
Algemene collectieve intelligentietest
Het gaat om een indicatie van het algemene intelligentieniveau. Er wordt nooit gebruik gemaakt van verbaal materiaal. Wordt dus bij meerdere individuen in een groep afgenomen.
Veelvoudige algemene niveautests
Het gaat hierbij om een nadere differentiatie van het algemene intelligentieniveau.
Deelcategorieën van veelvoudige algemene niveautests
- Testbatterijen voor intelligentiefactoren
2. Testbatterijen voor geschiktheden
Testbatterijen voor intelligentiefactoren
Het doel is dat het een consistente dimensie van intelligentie meet.
Testbatterijen voor geschiktheden
Om de vermogens van een individu te meten die iemand in staat stelt om een maatschappelijke taak of schooleis te vervullen.
Speciale niveautests
Het gaat om een bepaald segment van begaafdheid; een vaardigheid die niet onder intelligentie wordt gerekend.
Deelcategorieën van speciale niveautests
- Tests voor speciale intelligentiefactoren
- Tests voor speciale geschiktheden
- Tests voor speciale niet-intelligentiefactoren.
Test voor speciale intelligentiefactoren
Eigenschappen als ruimtelijk inzicht en woordenschat worden gemeten.
Test voor speciale geschiktheden
Hieronder vallen geheugentests en tempotests.
Tests voor speciale niet-intelligentiefactoren
Vaardigheden waarvan de meting met het oog op een maatschappelijke functie of in het kader van de klinische diagnostiek van belang kan zijn. Zoals motoriektests, artistieke tests en sensorische tests.
Vorderingentests
Er wordt gekeken naar in hoeverre een onderzochte participant het doel van een opleiding heeft bereikt.
Kennisgeoriënteerde vaardigheidstest
Bv. het ontwikkelen van begrip of een vreemde taal kunnen spreken.
Drie problemen die het meten van gedragswijzen kent
- Iemand kan zich in een testsituatie anders voordoen dan in het echte leven.
- Bij persoonlijkheidsonderzoek zijn er weinig objectieve gegevens die kunnen worden gebruikt als criterium.
- Persoonlijkheidstrekken zijn onstabiel en niet-generaliseerbaar.
Soorten observatietests
Individuele observatietests en groepobservatietests.
Individuele observatietests
Er wordt één persoon geobserveerd. De observator kan deelnemen of toeschouwer zijn.