H3: Hoe komt recht tot stand Flashcards

1
Q

Wat is de hiërarchie van regelgeving in Nederland?

A
  1. Internationaal verdragen
  2. Grondwet
  3. Wetten in formele zin
  4. Algemene maatregelen van bestuur
  5. Ministeriële regelingen
  6. Provinciale verordeningen
  7. Gemeentelijke verordeningen
  8. Waterschapsverordeningen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de drie regels die de rangorde tussen regelgeving bepalen?

A
  1. Hogere regels gaan vóór lagere regels (lex superior)
  2. Specifieke regels gaan vóór algemene regels (lex specialis)
  3. Jongere regels gaan vóór oudere regels (lex posterior)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is bevoegdheidstoekenning?

A

De bevoegdheid om wetten te maken ligt bij specifieke organen; een wet is alleen geldig als deze komt van een bevoegd orgaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is attributie?

A

Het toekennen van wetgevende bevoegdheden aan staatsorganen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is delegatie?

A

Een orgaan draagt een bevoegdheid over aan een ander orgaan, dat deze onder eigen naam en verantwoordelijkheid uitvoert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is mandaat?

A

Een bestuursorgaan geeft een ander de bevoegdheid om namens hem een beslissing te nemen, waarbij de verantwoordelijkheid bij het oorspronkelijke bestuursorgaan blijft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de stappen voor de totstandkoming van een wet in formele zin? (8 stappen)

A
  1. Voorbereiding departement (wetsvoorstel opstellen)
  2. Behandeling ministerraad
  3. Advies Raad van State
  4. Behandeling Tweede Kamer
  5. Behandeling Eerste Kamer
  6. Ondertekening van de wet
  7. Publicatie in het staatsblad
  8. Inwerkingtreding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de stappen voor de wijziging van de grondwet? (4 stappen)

A
  1. Eerste lezing: indiening en goedkeuring door beide kamers
  2. Tussenliggende Tweede Kamerverkiezingen
  3. Tweede lezing: goedkeuring met twee-derde meerderheid
  4. Bekrachtiging en publicatie in het staatsblad
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de rol van de koning in de wetgevende macht?

A

De koning voegt een koninklijke boodschap toe aan wetsvoorstellen en ondertekent de wet na goedkeuring door de kamers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat houdt het legaliteitsbeginsel in?

A

Het beginsel dat de overheid alleen kan handelen op basis van wetten die vooraf zijn vastgesteld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Is de grondwet een wet in materiele zin of formele zin

A

formele zin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wie kan een voorstel tot wijziging van de grondwet indienen?

A

De regering of leden van de Tweede Kamer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de vereiste meerderheid voor de goedkeuring van een grondwetswijziging in de tweede lezing?

A

Een twee-derde meerderheid in beide kamers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de rol van de Raad van State in het wetgevingsproces?

A

-De Raad van State geeft advies over wetsvoorstellen

-dit advies is niet bindend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn algemene maatregelen van bestuur (AMvB)?

A

Regels vastgesteld door de regering die een wet in formele zin aanvullen of uitwerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn ministeriële regelingen?

A

-Regels vastgesteld door ministers,

-Die alleen mogelijk zijn via delegatie.

17
Q

Wat houdt de contra-seign in?

A

De handtekening van de minister op een wet, die samen met de handtekening van de koning de wet bekrachtigt.

18
Q

Wat is de inwerkingtreding van een wet?

A

De datum waarop de wet officieel van kracht wordt, zoals vastgesteld in de wet zelf. (meestal 1 januari, new year new me)

19
Q

Hoeveel stemmen zijn er nodig in de Eerste Kamer voor goedkeuring van een wetsvoorstel?

A

Minstens 38 stemmen (de helft + 1) van de 75 leden.

19
Q

Wat is een amendement?

A

Een wijzigingsvoorstel dat kan worden ingediend tijdens de behandeling van een wetsvoorstel in de Tweede Kamer.

20
Q

Wat is het doel van de memorie van toelichting?

A

Het biedt uitleg en context voor het wetsvoorstel, inclusief de achtergrond en het doel ervan.

21
Q

Wat is subdelegatie?

A

Het opnieuw doorgeven van een bevoegdheid door een orgaan aan een ander orgaan.

22
Q

Wat betekent “directe werking” van internationale verdragen?

A

Internationale verdragen kunnen rechtstreeks door de rechter worden toegepast zonder dat nationale wetgeving nodig is.

23
Q

Wat is de rol van de ministerraad in het wetgevingsproces?

A

De ministerraad bespreekt en behandelt het wetsvoorstel en stelt het uiteindelijk vast.