H2: Hoe is de staat ingericht Flashcards

1
Q

Wat zijn de 4 kenmerken van een staat?

A
  1. Grondgebied
  2. bevolking
  3. soeverein gedrag (geaccepteerd gezag)
  4. erkenning door andere staten. (onzeker)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar bestaat de regering uit?

A

koning en ministers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de rol van de regering

A

dient wetsvoorstellen in en voert wetten uit.

artikel 42 lid 1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waar bestaat het ministerraad uit?

A

ministers onder leiding van de minister-president

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat doet de ministerraad volgens artikel 45 lid 1 van de Grondwet?

A

-Bepaalt het regeringsbeleid

-bereidt wetten voor en neemt beslissingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de samenstelling van het kabinet?

A

Bestaat uit ministers en staatssecretarissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe wordt de Eerste Kamer gekozen? (en hoeveel leden)

A

Indirect gekozen door de provinciale staten (getrapte verkiezingen)

75 leden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe wordt de Tweede Kamer gekozen? (en hoeveel leden)

A

Direct gekozen door de burgers

(150 leden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

verwijderen

A

doei.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de organen van de gemeente?

A

-gemeenteraad

-burgemeester

-het college van burgemeester en wethouders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de organen van de provincie?

A

-de commissaris van de koning

-de gedeputeerde staten

-provinciale staten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het verschil tussen een nachtwakersstaat en een verzorgingsstaat?

A

In een nachtwakersstaat bemoeit de overheid zich weinig met de burgers, terwijl de verzorgingsstaat zorgt voor welzijn en sociale voorzieningen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de 4 kenmerken van een rechtsstaat?

A

1.Legatiteitsbeginsel
2.onafhankelijke rechter
3.gewaarborgde grondrechten
4. scheiding ter machten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe is de trias politica in het Nederlandse staatsbestel verdeeld?

A

De staat is verdeeld in

-de wetgevende macht (regering en Staten-Generaal),

-rechtsprekende macht (onafhankelijke rechters)

-en uitvoerende macht (regering).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn sociale grondrechten?

A

Sociale grondrechten vereisen actieve bemoeienis van de overheid. De staat moet zorg en voorzieningen regelen voor de burgers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn klassieke grondrechten?

A

klassieke grondrechten beschermen je tegen een te grote bemoeienis van de overheid. Ze beperken de overheid en waarborgen vrijheden, zoals vrijheid van meningsuiting en recht op privacy.

17
Q

Wat betekent parlementaire democratie?

A

-In een parlementaire democratie is het volk de bron van machtsoefening.

-Het parlement wordt op democratische wijze gekozen en heeft invloed op de regering.

18
Q

Wat voorkomt het systeem van checks and balances?

A

-machtsmisbruik

-Geen enkele macht heeft alle macht.

19
Q

Wie heeft de wetgevende macht?

A

regering en de Staten-Generaal

artikel 81 van de Grondwet.

20
Q

Wie heeft de rechtsprekende macht?

A

De rechtsprekende macht is geheel onafhankelijk en bestaat uit rechters.

21
Q

Wie heeft de uitvoerende macht?

A

De uitvoerende macht wordt uitgevoerd door de regering.

22
Q

verwijderen

A

oekoedeloekoe