H3 Gemeenschapsstructuur en -dynamiek Flashcards

1
Q

eveness

A

relatieve aandeel van individuen van elke soort in de gemeenschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

biomanipulatie

A

manipulatie van bepaalde trofische niveaus dan kan leiden tot een verbetering van het ecosysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Intermediate Disturbance Hypothesis

A

leidt middelmatige verstoring gemiddeld tot de hoogste mate van soortenrijkdom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

primaire successie

A

temporele verandering in soortensamenstelling in een habitat dat voorheen virtueel onbewoond was en waar de bodem zich nog niet ontwikkeld heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

secundaire successie

A

temporele verandering in soortensamenstelling nadat de originele vegetatie verdween maar de bodem min of meer intact bleef

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ecologische niche

A

alle biotische en abiotische aspecten die deel uitmaken van de levensbehoeften van een organisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

aposematisme

A

kenmerkende kleurenpatronen die mogelijke predatoren afschrikken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Batesiaanse mimicry

A

soorten ontwikkelen een gelijkaardig kleurenpatroon waardoor ze op hun beurt beschermd worden tegen predatoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Mülleriaanse mimicry

A

verschillende giftige soorten een vergelijkbaar kleurenpatroon ontwikkelen. Extra beschermd tegen predatoren omdat ze een gemeenschappelijk aposematisch kleurenpatroon sneller eren herkennen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly