H3 Begrippen Flashcards

1
Q

Energie

A

Energie is de mogelijkheid om iets te doen of om een verandering teweeg te brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Systeem

A

Een systeem is een stuk van de werkelijkheid dat door de wetenschapper wordt bestudeerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Omgeving

A

De omgeving is alles rond het systeem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Energievormen

A

• Bewegingsenergie
• Hoogte-energie
• Elastische energie
• Chemische energie
• Elektromagnetische energie
• Kernenergie
• Thermische energie
• Stralingsenergie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Energieomzetting

A

Energie kan van vorm veranderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

4 wetten van energieoverdracht

A
  1. Energie kan overgaan van het ene systeem naar het andere.
  2. Een energievorm kan worden omgezet in een andere energievorm.
  3. Energie kan nooit uit het niets ontstaan.
  4. Energie blijft steeds behouden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Energie-efficiëntie

A

Een energieomzetting is energie-efficiënt als er zo veel mogelijk energie wordt omgezet naar de gewenste energievorm en zo weinig mogelijk verloren gaat in thermische energie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Elektromagnetische straling

A

Een elektromagnetische golf die zich voortbeweegt in een bepaalde richting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Golftlengte

A

Geeft de afstand tussen twee opeenvolgende golven weer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Frequentie

A

Geeft het aantal golven per seconde weer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Amplitude

A

Geeft de sterkte van de golf weer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Voorplantingssnelheid

A

Geeft de snelheid waarmee de elektromagnetische golf zich door de ruimte voorplant weer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Elektromagnetisch spectrum

A

Verzameling van alle stralingsgebieden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Soorten staling (van hoge frequentie naar lage frequentie)

A

Gammastraling, Röntgenstraling, Ultraviolette straling, Zichtbaar licht, Infraroodstraling, Microgolven, Radiogolven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Soorten staling (van lage frequentie naar hoge frequentie)

A

Radiogolven, Microgolven, Infraroodstraling, Zichtbaar licht, Ultraviolette straling, Röntgenstraling, Gammastraling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ioniserende straling

A

Straling die DNA-moleculen kan beschadigen. (Gammastraling, Röntgenstraling en een gedeelte UV)

17
Q

De fotosynthese reactie
(+energieomzetting)

A

Water + koolstofdioxide -> glucose + zuurstofgas

-> bladgroenkorrel, stralingsenergie

Stralingsenergie -> chemische energie

18
Q

De verbrandingsreactie
(+ energieomzetting)

A

Glucose + zuurstofgas -> water + koolstofdioxide

-> mitochondrium

Chemische energie -> bewegingsenergie, koolstofdioxide

19
Q

Mitochondriën

A

Energiecentrale van een cel

20
Q

Verbranding

A

Energierijke stoffen worden in de cel verbrand om energie vrij te maken.

21
Q

Energetische waarde

A

Hoeveelheid chemische energie die in het voedselmiddel aanwezig is per 100g of 100ml van het product.