H3 Flashcards

0
Q

Wat is het openbaar bestuur en is deze hetzelfde als de overheid?

A

Het openbaar bestuur is een abstractie. Nederland wordt, als geheel en in delen, op allerlei niveaus bestuurd, deels door internationale organisaties als de EU, deels door de regering (gecontroleerd dor het parlement), deels decentraal door gemeenten, provincies etc.
In Nederland is er een samenstel aan instanties die tot op zeker hoogte de samenleving besturen. De instanties behoren allemaal tot de overheid.
Nee, het openbaar bestuur maakt deel uit van de overheid, samen met de andere ‘machten’ van de staat, de wetgever en de rechter. In praktijk wordt het openbaar bestuur wel vaak aangeduid als de overheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Wat doet de gemeente?

A

Bestuurszaken, zoals het registeren van geboorten en huwelijken en het verstrekken van rijbewijzen en nog veel meer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Teken een Schema van Overheid.

A

Overheid;

  • Wetgever (in formele zin)
  • Rechter
  • Bestuur
    • Europees bestuur
    • Centraal bestuur
    • Provinciebesturen
    • Gemeentebesturen
    • Waterschapsbesturen
    • Besturen van PBO- lichamen
      -Overige bestuursinstanties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Verklaar; Nederland als gedecentraliseerde eenheidsstaat:

A

Het openbaar bestuur kent in Nederland een bepaalde opbouw, hierbij zijn de openbare lichamen van groot belang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn openbare lichamen?

A

Dit zijn publieke gemeenschappen met een zekere democratische legitimatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de openbare lichamen op centraal niveau?

A

Staat, met ministeries (ambtelijke organisaties onder leiding van een minister) en daarnaast zijn er nog zelfstandige bestuursorganen die niet onder leiding van een minister staan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de openbare lichamen op decentraal niveau?

A

De provincies, de gemeenten, de waterschappen, de openbare lichamen van het publieksrechtelijke bedrijfsorganisatie (PBO-lichamen) en de openbare lichamen voor bepaalde beroepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Verklaar; Nederlandeen doortrokken decentralisatiegedachten

A

Wat op een lager niveau goed kan worden gedaan, moet niet op een hoger niveau worden gedaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Openbaar bestuur en privaat bestuur:

A

Privaat bestuur: NV’s, BV’s, verenigingen en stichtingen.
Openbaar bestuur: Hieraan zijn publieksrechtelijke bevoegdheden toebedeeldzij kunnen handelingen verrichten en besluiten nemen die burgers raken en zelfs, als de wet daarvoor de grondslag biedt, eenzijdig verplichtingen opleggen. (Dit kan het privaat bestuur doorgaans niet!!!).
De private instellingen kunnen wel verplichtingen aan hun leden opleggen, maar de leden kunnen altijd uittreden (denk aan: lidmaatschap opzetten). Openbare lichamen echter zijn ‘dwanggemeenschappen’ (denk aan: wie in ons land verblijft heeft zich aan de nationale regels te houden).
Overheidsinstanties of private instellingen hebben, als ze rechtspersoon zijn, altijd burgerlijke rechten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Personen in een land hebben op 2 manieren te maken met ambten:

A
  1. De diverse ambten kunnen bevoegdheden uitoefenen jegens de personen (door bijvoorbeeld een vergunning te verlenen).
  2. De personen kunnen invloed uitoefenen op het doen en laten van de ambten (door bijvoorbeeld gebruik te maken van inspraak of door het deelnemen van de verkiezingen).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Personensubstraat van het openbaar lichaam:

A

Het deel van de bestuurde bevolking dat stemrecht heeft. Zo kan er gesproken worden van een gemeenschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bestuurde bevolking:

A

Degene die stemrecht hebben en ook uit alle personen die worden bestuurd door de ambten van het desbetreffende lichaam (voorbeeld: Gemeente uit de personen ten opzichte van wie de gemeentelijke organen bevoegdheden uitoefenen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe worden de bevoegdheden van de ambten begrensd?

A

Wanneer een gemeentebestuur een verbodsbepaling vaststelt, geldt die weliswaar voor een ieder die zich in die gemeente bevindt (en is dus in de gemeente ‘algemeen verbindend’) maar zij kan slechts betrekking hebben op handelingen binnen de eigen gemeente, niet daarbuiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Aan wie kent de wet rechtspersoonlijkheid toe?

A

Zie art.2:1 BWopenbare lichamen met een algemene bestuurstaak binnen een bepaald gebied (gemeenten, provincies, Rijk), openbare lichamen met een beperkte bestuurstaak (waterschappen en PBO-lichamen) en de Nederlandse Orde van Advocaten als voorbeeld voor nog een ander soort openbaar lichaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de reden van de wetgever om aan openbare lichamen rechtspersoonlijkheid toe te kennen:

A

Zo kunnen zij deelnemen aan het vermogensrechtelijke rechtsverkeer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de gevolgen van dat De organen zelf van de openbare lichamen geen rechtspersoonlijkheid bezitten:

A

Zij hebben dus ook geen eigen vermogen. Zij kunnen dus niet civielrechtelijk aansprakelijk worden gesteld voor het uitoefenen van bestuursrechtelijke bevoegdheden. DusAls een bestuursorgaan (ambt) een onrechtmatige beschikking geeft, en die beschikking door de bestuursrechter wordt vernietigd, de civielrechtelijke plicht tot vergoeding van veroorzaakte schade dus op de rechtspersoon berust en niet op de persoon zelf. Openbaar bestuur heeft rechtspersoonlijkheid, het bestuursorgaan (ambt) heeft alleen bestuursrechtelijke bevoegdheden. (Zie: art.8:73 Awb en art. 1:1 lid 4 Awb).

16
Q

Noem de Organen die uiteindelijk NIET onder het uiteindelijke bestuursorgaanbegrip vallen (zie art.1:1 lid 2 Awb):

A

De wetgever, de Eerste en Tweede Kamer, de met rechtspraak belaste organen en de Raad van State. Deze hebben elk een taak die niet grotendeels bestuurlijk van aard is.

17
Q

Leg ‘met enig openbaar gezag bekleed’ uit:

A

Wanneer organen jegens derden (burgers en rechtspersonen) bevoegdheden kunnen uitoefenen waarbij de rechtsposities van die derden eenzijdig kunnen worden bepaald, gedragen zij zich bij die activiteit als overheid, meer precies als openbaar bestuur. Ze zijn dus bekleed met openbaar gezag. Dit komt er op neer dat dat zij beslissingen nemen die inhoudelijk als Awb-besluiten kunnen worden aangemerkt.

18
Q

Wanneer is iemand een A-orgaan?

A

(een a-orgaan is ALTIJD een bestuursorgaan!!!) Allereerst moet er sprake zijn van een orgaan:
1. Een (publieke) taak van de persoon (eenhoofdig orgaan) of het college (meerhoofdig orgaan) moet zijn terug te vinden in een bij of krachtens de wet vastgesteld besluithet functioneren op eigen naam.Het is bij een a-orgaan niet nodig om bevoegd te zijn tot het nemen van besluiten.
Er moet ook sprake zijn van een wettelijke grondslag waarin vermeldt staat wat de bevoegdheden zijn van het a-orgaan.

19
Q

Wanneer is een beslissing een besluit?

A

Als zij is genomen door een bestuursorgaan, om te bepalen of een instantie een bestuursorgaan is (als het geen a-orgaan is) is het criterium in de meeste gevallen of die instantie die besluiten wel kan nemen.

20
Q

Wanneer zijn b-organen bestuursorganen?

A

Voor zover ze publieksrechterlijke bevoegdheden uitoefenen. Voor alle andere handelingen vallen ze buiten het bestuursorgaanbegrip van de Awb.
Alles wat a-organen doen valt onder de normering van de Awb. Dit betekent echter niet dat de Awb dezelfde betekenis heeft voor al die handelingen die de a-organen verrichten.

21
Q

Het dragen van een gezamenlijke ambt:

A

Het college van B & W bijvoorbeeld. De leden van dit college dragen gezamenlijk het ambt dus worden wel de ambtsdragers genoemd.

22
Q

Wat zijn eenhoofdige ambten, en noem daar een paar voorbeelden van.

A

zoals ministers of burgemeesters. Daarbij valt de natuurlijke persoon die het ambt bekleedt feitelijk samen met het ambt, maar er is juridisch wel een groot onderscheid.

23
Q

Het onderscheid tussen ambt en ambtdrager(s):

A

Het ambt blijft, de ambtsdragers wisselen (als gevolg van verkiezingen of een benoeming). Omdat de bevoegdheden aan het ambt toekomen, kan een volgende ambtsdrager zich niet onttrekken aan wat zijn voorganger heeft besloten, hij is daaraan in beginsel gebonden(!!!!).

24
Q

Wat is deconcentratie?

A

Meestal werkt een ambtenaar onder mandaat, maar heel soms krijgt een ambtenaar ook zijn eigen bevoegdheden toebedeeld, hij is dan zelf ambt (deconcentratie). Hij is juridisch aanspreekbaar, tegen zijn besligging kan bezwaar of beroep bij hem worden ingesteld. De minister zelf is nog wel politiek/bestuurlijk verantwoordelijk (bijv. voor de verkeerde aanwijzingen die hij heeft gegeven aan de ambtenaar bijvoorbeeld).

25
Q

Concentratie:

A

Wanneer alle bevoegdheden toekomen aan de minister en door of namens hem worden uitgeoefend. Hier kan de bevoegdheid in mandaat door een ambtenaar namens hem worden uitgeoefend. Toch blijft de minister zelf dan aanspreekbaar, zowel juridisch als politiek.