H3 Flashcards
la gare
het station
le train
de trein
le car
de streekbus
l’avion
het vliegtuig
la voiture
de auto
la direction
de richting
les renseignements
de inlichtingen
le départ
het vertrek
la destinatoin
de bestemming
l’arrivée
de aankomst
la neige
de sneeuw
le sandwich
het broodje
l’aller-retour
het retourtje
à cause de
vanwege
en face de
tegenover
dans une heure
over een uur
bienvenue
welkom
agréable
prettig
seul
alleen
je suis désolé
het spijt me
je serai
ik zal zijn
il fait froid
het is koud
aider
helpen
continuer
doorgaan
monter
instappen
chercher
zoeken
demander
vragen
rendre visiter à
iemand bezoeken
descendre
uitstappen
entendre
horen
le désert
de woestijn
le travail
het werk
le centre-ville
het centrum
le quartier
de wijk
le qâteau
het gebak
le temps libre
de vrije tijd
l’arabe
het Arabisch
marocain
Marokkaans
la pullution
de vervuiling
la sable
het zand
l’avantage
het voordeel
l’inconvénient
het nadeel
seulement
slechts
sauf
behalve
heureusement
gelukkig maar
tout
alles
au printemps
in het voorjaar
simple
eenvoudig
découvrir
ontdekken
partir
vertrekken
nombreux
veel
manquer
missen
vivre
wonen
j’irai
ik zal gaan
blaguer
grappen maken
j’aurai
ik zal hebben
la vue
het opzicht
les sports
de wintersport
le vêtement
het kledingstuk
le lit
het bed
le patron
de baas
à côté
naast
moi aussi
ik ook
au camping
op de camping
le petit déjeuner
het ontbijt
le dinner
het avondeten
délicieux
heerlijk
mauvais
slecht
propre
schoon
redicule
belachelijk
sale
vies
le métier
het beroep
la sulution
de oplossing
la petite annonce
de advertentie
le journal
de krant
le randez-vous
de afspraak
la pluie
de regen
contre
tegen
tous les ans
ieder jaar
le vétérinaire
de dierenarts
la qualité
de goede eigenschap
la reine
de koningin
l’environnement
het milieu
avant
voor
sur
op
principal
belangrijkste
recyclable
recyclebaar
rester
blijven
inventer
bedenken
trouver
vinden
ressembler
lijken op
ecolo
milieubewust
construire
bouwen
voler
vliegen
diminuer
verminderen