H2 Flashcards
Commencer
Beginnen
Passer
Doorbrengen
Avoir l’air
Eruit zien
Avoir te temps
Tijd hebben om
Avoir envie
Zin hebben om
De retrouver
Elkaar treffen
Je me leve
Ik sta op
Jouer a la console
Gamen
Discuter
Kletsen
Rigoler
Lachen
Appeler
Bellen
Faire les magasins
Winkelen
Faire du sport
Sporten
Faire le grasse matinee
Uitslapen
Je pourrai
Ik zal kunnen
L’entree
De ingang
Le cours
De les
L’episode
De aflevering
Jusqu’a
Tot
Chez moi
Bij mij
Plutot
Nogal
Tard
Laat
Tot
Vroeg
Deja
Al
Dur
Moeilijk
Mort
Dood
Fatigue
Moe
Prochain
Volgende
C’etait
Het was
le début
het begin
la vie
het leven
l’argent
het geld
le temps libre
de vrije tijd
la fois
de keer
le jeu
het spel
la magazine
het tijdschrift
selon
volgens
l’ecran
het scherm
l’avis
de mening
le champion
de kampioen
l’entrainement
de training
aider
helpen
reflechir
nadenken
lire
lezen
haut
hoog
chaque
ieder
comme
als
parfois
soms
en plus
bovendien
il faut
je moet
j’avais
ik had
connaitre
kennen
meme
zelf
suivre
volgen
garder
passen
esperer
hopen
aller au restaurant
naar het restaurant gaan
aller a la salle de sport
naar de sportschool gaan
faire du fitnis
fitnessen
sortir
uitgaan
faire du vaisselle
afwassen
faire les cours
boodschappen doen
ca me rend fous
daar word ik gek van
plein
heleboel
d’abord
ten eerste
interessant
interesant
passionnant
boeiend
pas mal
niet slecht
nul
waardeloos
ennuyeux
saai
terrible
vreselijk
le voyage
de reis
le monde
de wereld
la tête
het hoofd
l’endroit
de plek
la vitesse
de snelheid
le victime
het slachtoffer
l’habitant
de inwoner
l’etoile
de ster
le moyen
het middel
le scientifique
de wetenschapper
le trottinette
de step
l’entreprise
het bedrijf
le jour
de dag
deranger
storen
choisir
zoeken
j’ en ai assez
ik heb er genoeg van
long
lang
amoureux
verliefd
curieux
nieuwsgierig
l’espace
de ruimte
le commerce
de handel
il finira
hij zal eindigen
a l’intérieur
binnen
polluant
vervuilend