H3 Flashcards
Soevreine staat
Staat die op een bepaald gebied met duidelijke grenzen het hoogste gezag uitoefent en het monopolie van geweldsuitoefening heeft.
Politiek
Politiek gaat over het maken van keuzes waaraan allen in een staat gebonden zijn
Liberalisme
Volgens het liberalisme is de samenleving er het meest bij gebaat als ieder individu zich optimaal kan ontplooien: wat goed is voor het individu, is goed voor de maatschappij. Mensen zijn niet gelijk maar wel gelijkwaardig
Socialisme
Het socialisme benadrukt de mogelijkheden voor elk individu om zich te ontplooien van ongelijk verdeeld zijn. Vrijheid en gelijkwaardigheid beteken pas echt iets als mensen ook gelijke kansen hebben
Confessionalisme
In het confessionalisme baseren mensen hun politieke opvattingen op hun geloofsovertuiging. Uitgangspunt is dat god een bedoeling met de wereld heeft en dat mensen zich daarnaar moeten richten
Pragmatisme
Pragmatische partijen hebben geen vaste uitgangspunten of principes: afhankelijk van het probleem, word een oplossing gekozen
Ecologisme
Het ecologisme benadrukt de wederzijdse afhankelijkheid van mensen en de natuurlijke omgeving. Daarom moeten economische waarden onderschikt worden aan ecologische waarden
Populisme
Het populisme is meer een bepaalde stijl van politieke bedrijven dan een echte ideologie. De stroming zegt nadrukkelijk ‘vox populi, (de stem van het volk) te willen laten horen
Progressief
Vooruitstreven, veranderingsgezind en vooral gericht op de toekomst
Conservatief
Behoudend en is gericht op heden en verleden
Kosmopolitisme
Willen het eigen land behouden zodat het mee kan komen in een geglobaliseerde wereld
Nationalisme
Zien globalisering als bedreiging voor de eigen banen, cultuur en identiteit en willen de natiestaat daarom op meerdere gebieden afzetten
One issue partijen
Vertegenwoordigers van specifieke doelgroepen
Antidemocratische
Standpunten die in strijd zijn met de rechtstaat
Kiesdeler
Hoeveelheid stemmen die nodig zijn voor één zetel
Kiesdrempel
Een partij moet een minimumpercentage halen om mee te kunnen delen in zetels
Dualisme
In ons systeem dat de regering bestaat uit koning en minister en het parlement uit de eerste en tweede kamer
Coalitiefracties
Regeringsfracties, ofwel de partijen die ook ministers in de regering hebben zitten
Oppositiepartijen
Alle partijen die niet in de regering zitten
Supranationaal
Op een aantal terreinen is de eu een supranationale organisatie, dat wil zeggen dat de aangesloten landen bevoegdheden hebben overgedragen aan de EU
Intergouvernementeel
Op andere terreinen id de samenwerking intergouvernementeel, wat inhoudt dat de besluiten alleen genomen kunnen worden met instemming van alle afzonderlijke landen