H2 - De oorsprong van de filosofie Flashcards

1
Q

Arabische filosofen

A

Al-Kindi, Avicenna, Averroes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ontstaan filosofie

A

Milete
Door politieke, economische veranderingen gingen mensen zich vragen stellen. Ze gingen op zoek naar rationele, logische verklaringen. Ook door de bloeiende handelen moesten sommige mensen niet meer werken waardoor ze veel tijd hadden voor andere dingen waaronder filosofie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

2 soorten presocratici

A

Natuurfilosofen en sofisten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Natuurfilosofen

A

Zochten verklaringen voor natuurlijke verschijnselen

Hoe is de wereld ontstaan? –> Veranderingsprobleem met oerstof.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Belangrijke natuurfilosofen

A
  1. Anaximenes: lucht (verdichting & verdunning)
  2. Anaximander: een van de vier elementen + onbepaald, onbegrensd en onzichtbaar
  3. Heraclitus: oervuur (= soort oerenergie) + stabiel & veranderlijk
  4. Pythagoras: wiskundige formules
  5. Parmenides: wantrouwig zintuigen + ‘niets’ bestaat niet
  6. Thales: water omdat duidelijkste verandering ondergaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Sofisten

A
Retorica/ redekunst 
Objective kennis = onmogelijk + zijn grenzen 
Houding is sceptisch 
Drogredenen = geen probleem 
Aandacht op mens 
Belangrijk voor de maatschappij
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Socrates

A

Alle info uit indirecte bronnen
Socratische dialogen (vroedvrouw bij bevalling)
Interesse mens
Wijsheid = centraal + zoektocht ernaar = nobel streven
Sceptische houding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Plato

A

Akademeia: filosofie, natuurkunde, wiskunde, astronomie

Ideeënleer: onderscheid zintuigelijke- & ideeënwereld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Aristoteles

A

Zintuigen = enige betrouwbare bron van kennis

Slechts één wereld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de 4 oorzaken van het zijnde?

A
  1. De stof
  2. De vorm
  3. De werkoorzaak
  4. De doeloorzaak
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly