H1 - Filosofie is denksport Flashcards

1
Q

Kenmerken filosofie

A
  1. Reflecteren/ nadeken
  2. Voortdurende nieuwsgierigheid
  3. Voor iedereen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kenmerken filosofische vraagstelling

A
  1. Behandelt fundamentele vragen
  2. Kritisch
  3. Reflexief
  4. Creativiteit & inventiviteit (antwoord)
  5. Analytisch of speculatief
  6. Meerduidig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Soorten tijd

A
  1. Cyclische tijd
  2. Lineaire tijd
  3. Natuurkundige tijd/ werkelijke tijd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Voorwaarden rechtvaardige oorlog P

A
  1. Zelfbescherming

2. Zelfvoorziening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Juiste redenen oorlog Aristoteles

A
  1. Verwerven van eigendom
  2. Het tot stand brengen van goed leiderschap
  3. Bereiken van vrede
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Gelijkenis P en Aristoteles

A

Oorlog moet de polis ten goede komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Verschil P en Aristoteles

A

P: de menselijke natuur is de ultieme oorzaak van oorlog
A: connectie tussen rechtvaardigheid en oorlog in de kosmos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Voorwaarden voeren oorlog AvH

A
  1. Gerechtvaardigde reden
  2. Juiste autoriteit
  3. Juiste intentie
  4. Laatste redmiddel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke zijn de 3 gerechtvaardigde redenen volgens AvH?

A
  1. Bescherming van burgers tegen ongerechtvaardigde aanvallen
  2. Herstellen van ten onrechte afgenomen rechten
  3. Verdedigen/ opnieuw vestigen van een rechtvaardige politieke orde
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke zijn de 2 principes tijdens oorlog voering?

A
  1. Proportionaliteitsprincipe

2. Discriminatieprincipe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Just war principle: ius ad bellum criteria

A
  1. Juiste intentie
  2. Alle andere conflictbemiddelingen uitgeput
  3. Juiste autoriteit
  4. Grote waarschijnlijkheid van succes
  5. Reactie proportioneel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Just war principle: ius in bello criteria

A
  1. Niet-strijders mogen niet mee vechten
  2. Geweld in proportie
  3. Sommige gebouwen mogen geen doelwit zijn
  4. Sommige wapens mogen niet ingezet worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar staat het just war principle?

A

Verdrag van Genève, Vedrag tot verbod van de ontwikkeling, de productie, de aanlag van voorraden en het Verdrag chemische wapens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke soorten pacifisten zijn er?

A

Principiële pacifisten & pragmatische pacifisten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Logisch redeneren

A
  1. Deductie
  2. Inductie
  3. Abductie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Drogreden: formeel

A
  1. Generalisatie
  2. Post hoc ergo propter hoc
  3. Foutieve gevolgtrekking
  4. Cirkelredenering
  5. Omkeren oorzaak en gevolg
17
Q

Drogreden: informeel

A
  1. Emotioneel taalgebruik
  2. Drogreden van de meervoudige vraag
  3. Argumenten ad hominem