H2: Baby en peutertijd Flashcards
Lichaamsgroei
-lengte: 50% tot een jaar, 75% tot twee jaar
- gewicht: 2x tegen 5 maanden, 3x tegen 1 jaar en 4x tegen 2 jaar
- meisjes lichter dan jongens
groeitrends
Cephalocaudaal: van hoofd naar staart
Proximodistaal: van dicht naar ver
Experience-expectant brain growth
een zekere basisstimulatie is nodig en wordt door het brein verwacht
Experience-dependant brain growth
andere ervaringen zijn uniek voor elk individu en zorgen voor interindividuele verschillen in hersenontwikkeling
Beïnvloedende factoren van lichaamsgroei
- Erfelijkheid
- Voeding
- Emotioneel welzijn
Habituatie
Kan gebruikt worden om na te gaan welke visuele stimuli baby’s interessant vinden
Imitatie
Capaciteit om gedrag van andere personen te imiteren
- vanaf 2 dagen
Motorische ontwikkeling
- Ruwe motorische ontwikkeling: controle verwerven over acties waardoor je beter de omgeving kan exploreren
- Fijne motorische ontwikkeling: controle verwerven over kleinere acties
Proximodistale trend: van binnen naar buiten
- Hoofd, romp en armen voor handen en vingers
- Ruwe motorische ontwikkeling voor fijne motorische ontwikkeling
Cephalocaudale trend: controle over het hoofd komt voor controle over romp en benen
- 2 maanden: hoofdje opheffen
- 6 maanden: zitten zonder steun
- 12 maanden: wandelen zonder steun
Dynamische systeemtheorie
nieuwe motorische vaardigheden aanleren impliceert het verwerven van een gradueel complexer actiesysteem
Factoren bij elke nieuwe vaardigheid
Ontwikkeling van centrale zenuwstelsel
Capaciteit van het lichaam om te bewegen
Doelen van het kind
Ondersteuning door omgeving
Fijne motoriek
- Reiken: ruwweg met de armen iets in de nabijheid proberen te bereiken
- Pre-reiken: slecht gecoördineerde zwaaibeweging naar een object
- Vrijwillig reiken: neemt toe in efficiëntie en snelheid
Ontwikkeling grijpen
- Grijpreflex
- rijfgreep
- handgreep
- tanggreep
- pincetgreep
Ontwikkeling van zintuigen
- Sensaties: passief opdoen van indrukken
–>Adualimse: moeilijk om een logisch onderscheid van jezelf als object en de indrukken van buitenaf te maken - Perceptie: actief proces van interpretatie en organisatie
–>Dualisme: onderscheid kunnen maken tussen subjectieve indrukken en de buitenwereld