H2 B1 Flashcards

1
Q

Hoe heet een koninkrijk met een grondwet?

A

Constitutionele monarchie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een ander woord voor grondwet?

A

Constitutie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wie zijn de Staten- generaal

A

De koningen met zijn ministers en de eerste / tweede kamer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wie stemde voor de leden van de tweede kamer?

A

De rijkste mannen uit het land

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waren liberalen tevreden of ontevreden over de macht van de koning

A

Ontevreden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waren conservatieven tevreden of ontevreden over de macht van de koning

A

Tevreden ze steunde hem en wilde dat er niks veranderde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

In welk jaartal besloot koning Willem ll om de grondwet aan te passen

A

1948

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom liet koning Willem ll de grondwet veranderen

A

Hij was bang dat hij zijn macht zou verliezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wie heeft de grond wet herschreven

A

Thorbecke

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat wat veranderde met de nieuwe grond wet

A

Burger kregen meer te zeggen het parlement kreeg ook meer te zeggen en de koning mocht zich niet bemoeien met de politiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom was Nederland na de grondwet wijziging nog steeds niet democraties?

A

Alleen rijke mannen mochten stemmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Door de komst van fabrieken kwam er een?

A

Industriële samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Arbeiders hadden in de 19e eeuw slechte werk omstandigheden noem voorbeelden

A

Lange werkdagen, alleen op zondag vrij, als ze ziek of gewond raakte kregen ze niet uitbetaald, de machines waren erg gevaarlijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Arbeiders hadden slechte leef omstandigheden noem voor beelden

A

De huizen hadden geen stroom, water en riolering, ziektes zoals cholera en tuberculose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe noem je slechte leef / werk omstandigheden

A

Sociale kwestie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe heten ontevreden arbeiders die onderhandelen met werkgevers

17
Q

In welk jaartal kwamen er wetten voor arbeiders die hun leven makkelijker maakte

18
Q

Wat is de kinderwet van 1874

A

Kinderen onder de 12 mochten niet meer in FABRIEKEN werken door de leer plicht wet