H2 Flashcards
Atoommodel Sommerfield ontdekking
Verfijnde spectroscopische technieken toonden aan dat vele spectralijnen samengesteld zijn uit meerde lijntjes (emissiefijnstructuur). Het is een verfijning van AM Bohr.
Magnetisch veld Sommerfield
In de aanwezigheid van een extern magnetisch veld splitsen de meeste spectraal-lijntjes van de SN verder op. Het verdwijnt als het MV verdwijnt.
Zeeman-effect
Opsplitsing van emissiefijnspectrum in vele dichte lijntjes
De spin van een elektron
In sterke magneetvelden wordt een bundel atomen in twee gesplitst. Elektronen verplaatsen zich in een baan rond de kern en ze draaien rond hun eigen as (spinnen) spin up of spin down.
Wanneer vormen elektronen een elektronenpaar?
Twee elektronen
- met tegengestelde zin in dezelfde baan
- elkaar voldoende dicht naderen
Trekken elkaar aan en vormen een elektronenpaar/doublet
Elektronenconfiguratie
De verdeling van elektronen over verschillende niveau’s
Regel van minimale energie
De elektronen verplaatsen zich steeds in de laagst mogelijke energietoestand
Regel van Hund
In het laatste te bezetten subniveau hebben elektronen zoveel mogelijk dezelfde spin
Je vind er ook een max. Aan ongepaarde elektronen met dezelfde spin en een min. Aantal doubletten
Regel van Pauli
Elk elektron onderscheidt zich van elk ander elektron in dezelfde atoom door minstens 1 van de 4 karakteristieken. (HS,SN,MN,S)
Stabiliteitsregels
Halfbezet en volledig bezette subniveau’s zijn stabieler dan onvolledig gevulde. Ze gaan dus streven naar een edelgasconfiguratie, een halbezette subniveau en een volledig bezet subniveau.
Elektronegativiteit
Hoe hard een atoom elektronen aantrekt
Ionisatie energie
De energie die nodig is om het minst sterk gebonden ve te onttrekken aan het atoom.
Oxidatiegetal
Verbindingsvermogen van een atoom wat bepaald wordt door de lading die een atoom werkelijk of denkbeeldig draagt
Waarom gebruiken we diagonaalregel?
Om de juiste volgorde te weten want er zijn overkruisingen van de subniveau’s
Wat zijn orbitalen?
Orbitalen zijn afgebakende zones of het trefkansgebied (90) van het elektron binnen de grenzen van het atoom.