H2 Flashcards

1
Q

Relatie

A

Stel V en W beide verzamelingen, dan is V x W een relatie van V naar W

= een deelverzameling van een koppel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Def(R) en Im(R)

A
Def(R) = definitie = alle herkomsten (begin van de pijl)
Im(R) = beeld = alle bestemmingen (einde van de pijl)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

omgekeerde relatie

A

notatie: R-1

dit verkrijg je door de pijlen om te draaien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Functie

A

elk element x (herkomst) heeft hoogstens 1 bestemming

notatie: f : V → W : x → y = f(x)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Afbeelding

A

Def(f) = V, uit elke herkomst komt 1 pijl

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Surjectie

A

Im(f) = W, bij elke bestemming komt minstens 1 pijl toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

injectie

A

een functie waarbij de omgekeerde relatie ook een functie is, maw er komt bij elke bestemming hoogstens 1 pijl toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

bijectie

A

een afbeelding die zowel injectief als surjectief is, maw: uit elke herkomst vertrekt er een pijl en er komt bij elke bestemming slechts 1 pijl toe,

gevolg: aantal elementen voor beide verzamelingen is gelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

samenstelling van relaties (begrijpen)

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

g o f (grafische voorstelling)

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

injectie grafisch

A

voor elke x slechts 1 y

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

even en oveven functies

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

stijgende en strikt stijgende functies

A

stijgend: x1 < x2 ⇒ f (x1) ≤ f (x2)

strikt stijgend: x1 < x2 ⇒ f (x1) < f (x2)

opletten: kan je niet altijd afleiden op figuur, soms lijkt het vlak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

lineaire functie

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

richtingscoëfficient bij lineaire functies

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

kwadratische functies

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

ax² + by + c grafisch en nulpunten

A

D < 0: geen opl

D = 0: 1 opl

D > 0: 2 opl

18
Q

veeltermfuncties

A
19
Q

rationele functies

A
20
Q

algebraïsche functies

A

door optelling, aftrekking, vermenigvuldiging, deling,
machtsverheffing en worteltrekking.

21
Q

transgendente functies

A

functies die niet algebraïsch zijn, log, exp en gon functies

22
Q

exponentiele functies

A

functies met bijvoorbeel x in de exponent

def: expa : R → R∗+ : x → ax

met a ofwel tussen 0 en 1 of groter dan 1

23
Q

rekenregels bij exp functies

A
24
Q

exp functie grafisch met a groter dan 1

A
25
Q

exp functie met a tussen 0 en 1

A
26
Q

logaritmische functies

A

functies met een logaritme erin log(x)

def: loga : R∗+ → R : x → loga(x).

(R omgekeerd ivgm exp)

27
Q

rekenregels voor log functies

A
28
Q

log functie grafisch met a groter dan 1

A
29
Q

log functie grafisch met a kleiner dan 1

A
30
Q

eenheidscirkel en sin en cos

A
31
Q

sin en cos grafisch

A
32
Q

eenheidscirkel en tan en cot

A
33
Q

tan en cot grafisch

A
34
Q

sin(2x) =

A

2 sin x cos x

35
Q

cos(2x) =

A

= cos(2x) − sin(2x)
= 2cos(2x) − 1
= 1 − 2sin(2x)

36
Q

tan(2x)

A

2tanx / 1 − tan² x

37
Q

inversen voor sin en cos, tan en cot

A

zie dia 45, 46 en 49

38
Q

arcsin grafisch

A
39
Q

arccos grafisch

A
40
Q

arctan grafisch

A
41
Q

arccot grafisch

A
42
Q

spinnenweb model leg volledig uit

A

zie dia 61 - 65