H1 Het Persoonlijke Referentie Kader Flashcards

1
Q

Referentiekader 4

A

Je kijk op een situatie
Bepaalt hoe je zal reageren
Geheel van waarden en normen
Veranderen doorheen je leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verschillende referentiekaders

A

Conflict

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Persoonlijke factoren 6

A

Emoties
Motivatie
Persoonlijkheid
Zelfbeeld
Geheugen
Ziekte of beperking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Andere helpen

A

Altruïsme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Via geheugen passen we ons gedrag aan 3

A

Slechte ervaringen-> niet meer doen
Trauma -> vermeiden
Negatieve herinneringen worden minder scherp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ons geheugen

A

Niet altijd correct

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

.

A

.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Theorie bronfenbrenner

A

Elke laag stelt een opgeving voor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Microsysteem

A

Onmiddelijke opgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Mesosysteem

A

Omgang van personen uit de verschillende microsystemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Exosyteem

A

Ruimere omgeving van de persoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Macrosysteem

A

Cultuur en samenleving waartoe iemand berhoort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Media hebben invloed op hoe mensen denken over maatschappelijke themas

A

Beeldvorming over iets

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Eenzijdse berichtgeving

A

Woord en wederwoord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

publieke meningen

A

Hoe de meeste mensen denken over een bepaald thema

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Perceptie

A

hoe je iets waarneemt

17
Q

Wat we als normaal beschouwen

A

Referentiekader

18
Q

Individuele factoren 3

A

Geheugen
Trauma
Ervaringen

19
Q

Maatschappelijke factoren

A

Opvoeding
Onderwijs
Bronfenbrenner

20
Q

wat we als normaal beschauwen

A

Referentiekader

21
Q

J of f
Een referentiekader is een objectief kader

A

fout, subjectief

22
Q

J of f
Het bioecolog model van bronf verwijst. Aar hoe we op een duurzame manier kunnen leven en is goed voor het milieu

A

FOUT
NIET OVER MILIEU MAAR INVLOED OP ONTWIKKELING VAN EEN INDIVIDU

23
Q

J of f
De media kunnen de publieke opinie niet beinvloeden want dit gaat over hoe mensen denken niet over hoe de media denken

A

FOUT
MEDIA KUNNEN WEL MENSEN BEINVLOEDEN (PUBLIEKE OPNINIE MAAKT) mensen gaan hun opinie pp basis van het internet creeren

24
Q

Definier het begrip referentiekader

A

Een bepaald beeld dat je hebt over een situatie die afhankelijk is van je opvoeding, leef omgeving en persoonlijkheid, dit bepaalt hoe jij zal reageren

25
Q

.

A

.

26
Q

Waarden

A

1woord

27
Q

Norm

A

Regel