H1: Eerste dag Flashcards

1
Q

Wanneer beginnen gedachten vorm en inhoud te krijgen?

A

in de herhaling vd vraag, de reflectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe beschouwt Heraclitus de vraag naar de eerste oorzaak?

A

als helemaal irrelevant + niet-filosofisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat gebeurt er als je met de definitie van filosofie begint?

A

je wordt automatisch blind voor de diversiteit die samengaat met filosofie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe definieert Fichte de filosofie?

A

als wetenschap van de wetenschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de realiteit voor Heraclitus en Hegel?

A

constante instabiliteit, beweging, verandering (<-> verzameling v definities)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wie zijn ‘de velen’?

A

individuen die leven alsof ze een eigen wijheid hebben waarover ze zelf hebben nagedacht (ze denken dat ze al weten wat de realiteit is en hebben geen behoefte aan filosoferen) en die ook tevreden zijn met deze kennis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn de idioten?

A

de velen + dichters + natuurfilosofen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Van wie is deze uitspraak: ‘Niet naar mij maar naar de wet luisterend blijkt wijs om het er eens over te zijn dat één alles is’

A

Heraclitus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is dromen volgens Heraclitus?

A

leven in een imaginaire wereld waar alles wat is, duidelijk gedefinieerd is: woord hangt vast aan definitie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is wakker zijn volgens Heraclitus?

A

beseffen dat één alles is en alles één -> realiteit maakt een eenheid uit volgens een bijzondere wet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Volgens welke wet maakt de realiteit een eenheid uit?

A

de wet = de logos die alle dingen gemeen hebben -> hangt niet af vd tijd: alles wat er is, zit in een dynamniek v verandering -> maar logos bepaalt wel het tempo vh worden in de natuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de eenheid die de logos wet op alles oplegt?

A

alles en één (tegengestelden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de ware realiteit volgens Heraclitus?

A

een constant veranderingsproces -> alles wordt na een bepaalde tijd zijn tegengestelde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat valt op aan het boek ‘Over de natuur’ van Heraclitus als je kijkt naar de titel?

A

hij observeerde of onderzocht de natuur niet en noemt natuurfilosofie nonsens/bedriegerij. Hij gebruikt een centrale term van natuurfilosofen als ‘het onzichtbare wezen (de logica) vd zichtbare realiteit -> hij noemt al hun uitspraken ‘veelweterij’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de ‘wereldorde’ niet voor Heraclitus?

A

geen resultaat v een materieel lineair proces -> het is er altijd al geweest en zal ook altijd blijven bestaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
A