H1 de prenatale periode Flashcards

1
Q

wat is het bewustzijn

A

De mate van het begin van bewustzijn verschilt per visie op de mens, ook de definitie verschilt per visie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat verstaan wij onder cognitieve ontwikkeling

A

het proces van onthouden, oplossen van problemen en leren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is conceptie

A

de bevruchting van de vrouwelijke eicel door een mannelijk zaadcel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is cortisol

A

cortisol is een stresshormoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is het downsyndroom

A

het downsyndroom komt voor als een kind een chromosoom afwijking heeft, dit komt vaak voor bij ouders die het kind op een latere leeftijd krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is een echoscoop

A

maakt het mogelijk om met een videocamera in de baarmoeder te kijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is een embryo

A

de bevruchte eicel in het eerste trimester

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is filosofie

A

verklaringen zoeken naar het bewustzijn van de mens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

was is het foetaal alcoholsyndroom

A

dit is het rechtstreekse gevolg van het drinken van alcohol tijdens de zwangerschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is een foetus

A

er is sprake van een foetus vanaf het tweede trimester tot aan de geboorte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is fylogenese

A

de ontwikkeling van de soort, erfelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is de germinale fase

A

de eerste twee weken van de zwangerschap waarin de celdeling plaats vindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is de functie van de hippocampus

A

dit is een bron van het geheugen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is de humanistische visie

A

een visie waarbij de individuele belevingen, de ruimte voor de noodzakelijke zelfontplooiing en de eigen verantwoordelijkheid, bepalende factoren zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wanneer is er sprake van hyperactiviteit

A

wanneer er sprake is van te actief en onrustig gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wanneer is er sprake van hypersensitiviteit

A

wanneer er sprake is van te gevoelig gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wat is de leertheoretische visie

A

hier wordt ervan uit gegaan dat de mens na de geboorte een onbeschreven blad is en wordt bepaald door leerervaringen.

18
Q

wat is het mensbeeld

A

een visie op de mens

19
Q

wat doet de mororeflex

A

als de baby schrikt, opent het de vingers en de armen en spreidt de benen. Vervolgens zwaaien de armen naar voren alsof de baby een knuffel wilt geven. De mond wordt daarbij geopend en gesloten. Daarna begint het kind vaak te huilen.

20
Q

wat verstaan wij onder neurofysiologie

A

de neurowetenschap die de werking en functies van het zenuwstelsel bestudeert

21
Q

wat is een neuron

A

een cel in het zenuwstelsel

22
Q

wat verstaan wij onder omgevingspsychologische visie

A

een visie waarbij de mens wordt bepaald door de wisselwerking tussen de sociale en de ruimtelijke omgeving

23
Q

wat is ontogenese

A

de ontwikkeling van het specifieke individu, interactie met de omgeving

24
Q

wat is pedagogiek

A

opvoeding

25
Q

wat doet de posturele reflex

A

Een maand of drie na de geboorte beginnen de posturale reflexen zich te ontwikkelen. Deze nemen geleidelijk de primaire reflexen over. Deze posturale reflexen noemen we ook wel ‘houdingsreflexen’ en helpen ons om te gaan met de zwaartekracht.

26
Q

wat doet de primaire reflex

A

Primitieve reflexen zijn automatische reacties afkomstig uit het centrale zenuwstelsel die natuurlijk voorkomen in gezonde pasgeboren baby’s. De reflexen verdwijnen dankzij de ontwikkeling van de frontale kwab gedurende de ontwikkeling.

27
Q

wat houdt de psychoanalytische stroming in

A

het is een visie waarbij de biologische aanleg en opvoedingservaringen in de eerste levensjaren als belangrijke factor binnen de unieke levensgeschiedenis bepalend zijn voor de persoonlijkheid in ontwikkeling.

28
Q

wat zijn reflexen

A

automatische reacties die worden aangestuurd door het centrale zenuwstelsel

29
Q

wat zijn softenonkinderen

A

kinderen die zijn geboren met lichamelijke afwijkingen omdat de moeder het softenon medicijn heeft geslikt tijdens de zwangerschap

30
Q

wat zijn teratogenen

A

gevaarlijke stoffen die invloed hebben op het kind tijdens de zwangerschap

31
Q

wat is een transitionele reflex

A

De transitionele reflexen zijn reflexen die tijdelijk aanwezig zijn. De meeste ontstaan in de periode tussen de primitieve reflexen en de blijvende, ofwel posturale, reflexen.

32
Q

wat is de uterus

A

de baarmoeder

33
Q

wat doet de uterine withdrawal reflex

A

deze reflex trekt het lichaam terug bij het prikkelen van de tenen. Ontstaat tussen de vijfde en zevende week en verdwijnt in de 32ste week voor de geboorte.

34
Q

wat doet de babinskyrelfex

A

bij het naar achteren strijken met een voorwerp over de voetzool richt de grote teen zich op en spreiden de andere tenen zich. Ontstaat na de geboorte en verdwijnt tussen het eerste en tweede jaar.

35
Q

wat doet de palmarreflex

A

de vingers sluiten zich stevig bij een lichte aanraking van de palm van de hand. Ontstaat in de elfde week voor de geboorte en verdwijnt langzaam tussen de tweede tot de negende maand na de geboorte.

36
Q

wat doet de asymmetrische tonische reflex

A

als het hoofdje naar een kant buigt dan strekken het been en de arm aan die zelfde kant uit. Ontstaat in de 18e week voor de geboorte en verdwijnt tussen de derde tot negende maand na de geboorte.

37
Q

wat doet de spinal galant reflex

A

bij stimulatie van de buik of de rug roteert of buigt het ruggenmerg kanaal 45 graden naar de gestimuleerde kant. Ontstaat in de twintigste week voor de geboorte en verdwijnt tussen de derde tot negende maand na de geboorte.

38
Q

wat doet de rooting and sucking reflex

A

bij een lichte aanraking van de wang of de mondrand draait het hoofd in de richting van de stimulus en gaat de mond open met uitgestoken tong als anticipatie op het zuigen. Ontstaan tussen de 24ste tot 28ste week voor de geboorte en verdwijnen tussen de derde tot vierde maand na de geboorte.

39
Q

wat doet de tonische labyrinthine reflex forewards

A

bij het bewegen van het hoofd voor- en achterwaarts buigt het hoofd boven en onder het niveau van de ruggen graat door. Ontstaat rondom de bevalling en verdwijnt in de derde tot vierde maand na de geboorte.

40
Q

wat houdt het biologische visie in

A

visie waarbij de interne of erfelijke factoren de mens bepalen

41
Q

wat is het cognitivistische visie

A

visie waarbij de informatie verwerking en de zelfsturing van de mens bepalend zijn. Het bewustzijn wordt aan het vormen van het geheugen gekoppeld

42
Q

wat verstaan wij onder het bio ecologische visie

A

naarmate het kind meer in aanraking komt met invloeden van buiten, geeft het zelfbewuste vorm aan zijn/haar ontwikkeling