H1: basisbegrippen Flashcards
vector AB = ?
vector B - vector A
formule midden van een lijnstuk
vector M = (vector A + vector B)/2
formule het zwaartepunt van een driehoek
vector Z = (vector A + vector B + vector C)/3
wat is de norm van een vector A + formule
de norm van een vector A is de lengte van die vector en dus de afstand tussen de punten O en A
||vector A|| = √(x1²+y1²)
wat is de norm van een vector AB + formule
de norm van een vector AB is de lengte van die vector en dus de afstand tussen de punten A en B
||vector AB|| = ||vector B - vector A||
= √((x2-x1)²+(y2-y1)²)
Geef 2 eigenschappen van de norm van een vector
||vector -A|| = ||vector A||
||r*vector A|| = |r| * ||vector A||
formule scalair product van twee vectoren
vector A * vector B = ||vector A|| * ||vector B|| * cos α
met α = driehoek AOB
= x1 * x2 + y1 * y2