H1. Algemene Inleiding Flashcards

1
Q

Functies van belasting

A

Budgettaire functie (fiscaal doel): Belasting opbrengst draagt bij aan de financiering van collectieve goederen en diensten -> Defensie, infra structuur

Instrumentele functie (niet-fiscaal doel): houdt in dat de overheid met de belastingheffing Niet vullen van de staatskas voor ogen heeft maar maar andere doelen b.v. beïnvloeden milieuvriendelijk gedrag -> investeringsaftrek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is belasting?

A

Een verplichte bijdrage van burgers aan de overheid zonder dat daar een specifieke prestatie tegenover staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een retributie?

A

Een verplichte bijdrage van burgers aan de overheid waar een herkenbare prestatie tegenover staat

Een vergunning, rijbewijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Uit welke onderdelen is een belastingwet opgebouwd?

A
  1. Het subject van heffing, degene die de belasting verschuldigd is.
  2. Het object van heffing, het bedrag waarover belasting verschuldigd is
  3. De wijze van heffing, op welke manier belasting verschuldigd is
  4. Het verschuldigde bedrag of tarief.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is directe belasting?

A

Belasting wordt geheven bij degene die moet betalen

Loonbelasting wordt ingehouden op salaris
Ondernemer betaald IB over bedrijfsresultaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is indirecte belasting?

A

Degene die de belasting verschuldigd is berekent deze door aan een ander

Omzet belasting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is tijdvakbelasting?

A

Hierbij moet de verschuldigde belasting die in de loop van het tijdvak is ontstaan aan het einde van het tijdvak worden voldaan

LB, IB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een tijdstipbelasting?

A

Belasting die betrekking heeft op een bepaalde gebeurtenis op een bepaald tijdstip

Dividend, overdrachtsbelasting, kansspel belasting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is aanslagbelasting?

A

Bij een aanslagbelasting stelt de inspecteur zelf de verschuldigde belasting vast.

De aangifte is slechts een hulpmiddel voor het vaststellen van de aanslag.

Voorbeelden: inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is aangiftebelasting?

A

De belastingplichtige moet:

  • zelf aangifte doen,
  • de verschuldigde belasting berekenen
  • het verschuldigde bedrag voldoen aan de Belastingdienst.

Voorbeelden: loonbelasting en omzetbelasting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een voldoeningsbelasting?

A

Degene die de belasting afdraagt is deze ook zelf verschuldigd
=> Zelf berekenen zelf betalen

OB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een afdrachtsbelasting?

A

Degene die de belasting betaald is iemand anders dan degene die de belasting verschuldigd is

Voorbeelden: Loonbelasting, dividendbelasting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een subjectieve belasting?

A

Er wordt rekening gehouden met de persoon die de belasting verschuldigd is.

Voorbeeld: inkomstenbelasting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is objectieve belasting?

A

Er wordt géén rekening gehouden met de persoon die de belasting verschuldigd is.

Bijvoorbeeld: Dividend belasting => deze is voor iedereen 15%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een delegatiebepaling?
Noem voorbeelden.

A

In diverse wetten wordt verwezen naar andere regelingen.
Het gaat dan om delegatie bepalingen.

Voorbeelden:

  • Uitvoeringsbesluit
  • Ministeriële regeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Onderverdeling percentages in belastingwetten

A

Nagenoeg geheel >= 90%
Hoofdzakelijk >= 70%
Grotendeels >=50%
In belangrijke mate >= 30%
Bijkomstig >= 10%

17
Q

Wat is het vertrouwensbeginsel?

Wat is de voorwaarde voor een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel?

A

De belastingplichtige mag er op vertrouwen dat de belastingdienst een toezegging of belofte nakomt

Voorwaarde voor een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel is dat de belastingplichtige juiste en volledige informatie heeft verstrekt.

18
Q

Wat zijn de algemene beginselen van behoorlijk bestuur?

A

Dit zijn in de rechtspraak de criteria waaraan een behoorlijk bestuurder moet voldoen:

  • het vertrouwensbeginsel: de belastingplichtige mag erop vertrouwen dat de belastingdienst een toezegging of belofte nakomt.
  • het gelijkheidsbeginsel: De belastingdienst mag geen onderscheid maken bij het toepassen van de belastingwetten.Gelijke gevallen worden op dezelfde manier behandeld
19
Q

Wat is het gelijkheidsbeginsel?

A

De belastingdienst mag geen onderscheid maken bij het toepassen van de belastingwetten.

Gelijke gevallen worden op dezelfde manier behandeld