H1-2 Flashcards

1
Q

Kortgolvige straling

A

De aarde krijgt een hoeveelheid straling van de zon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Langgolvige straling

A

De aarde zendt ook straling uit.
Warmte is daar een voorbeeld van

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Albedo

A

Het percentage weerkaatste kortgolvige straling. Hoe hoger de waarde van het albedo, hoe meer zonnestraling wordt weerkaatst. Het gemiddelde albedo van het aardoppervlak bedraagt ong 31%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar vind er een energieomzetting plaats?

A

In de bovenste lagen van de aarde en de onderste delen van de atmosfeer.
-> kortgolvige straling wordt omgezet in langgolvige straling of warmte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Natuurlijk broeikaseffect

A

De warmte wordt door de broeikasgassen geabsorbeerd en vervolgens naar alle kanten uitgestuurd, ook richting aarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De stralings-/ energiebalans

A

Is in evenwicht als de hoeveelheid invallende straling gelijk is aan de hoeveelheid uitgaande straling. Als de stralingsbalans in evenwicht blijft dan blijft de temperatuur van de aarde constant.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Stralingsbalans (evenwicht)

A

Straling naar de aarde:
Kortgolvig: 341 W/ m^2
Langgolvig: /
Straling weg van de aarde:
Kortgolvig: 102 W/ m^2
Langgolvig: 239 W/ m^2
Besluit:
Straling naar de aarde is gelijk aan de straling weg van de aarde en dat noemen we de stralings-/ energiebalans.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar verschillen broeikasgassen in

A
  • het vermogen om straling te absorberen (GWP)
  • de tijd dat het broeikasgas in de atmosfeer aanwezig blijft
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Global Warming Potential (GWP)

A

Het GWP meet hoeveel warmte het broeikasgas kan absorberen in vergelijking met dezelfde hoeveelheid koolstofdioxide en dat in dezelfde periode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Koolstofdioxide (CO2)

A

GWP: 1
Natuur: vulkaanuitbarstingen en bosbranden
Mens: industrie, transport, opwekking van energie, verbranding van fossiele brandstoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waterdamp (H2O)

A

GWP: < 1
Natuur: verdampen van water van zeeën, rivieren en oceanen
Mens: irrigatietechnieken in de landbouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Methaan (CH4)

A

GWP: 25
Natuur: moerassen, ontbinding van dierlijk en plantaardig materiaal en methaan als bubbels in meren en vastgevroren in de bodem en in de ijskappen
Mens: tegen van rijst word een moeras en mesthopen bij landbouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Distikstofmonoxide (N2O)

A

GWP: 298
Natuur: mesthopen in akkerbouw, uitwerpselen van vee, verbranding van fossiele brandstoffen, transport, afvalverbranding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ozon (O3)

A

Beschermt de aarde tegen de schadelijke UV-straling van de zon.
-> te veel ozon leidt tot smog
-> chemische reactie tussen stoffen door industrie en verkeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Versterkt broeikaseffect

A

De laatste 100 jaren is de hoeveelheid kortgolvige inkomende straling van de zon dezelfde gebleven. Door verschillende menselijke activiteiten vergroot de hoeveelheid broeikasgassen in onze atmosfeer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly