H1 Flashcards
Wanneer spreken we van een elektrisch apparaat ?
Als het voldoet aan het blokschema
Een elektrisch apparaat bestaat uit drie blokken:
- een opnemer
- een signaalverwerkend gedeelte
- een weergever
Eigenschappen van elektrische energie: VOORDELEN
- verplaatst zich snel(~licht (300.000 km/s)
- gemakkelijk over grote afstanden transporteren
- zeer gemakkelijk om te vormen tot andere energievormen
- geen luchtvervuiling bij gebruik
- zeer groot comfort
- onze veiligheid: op de weg, op het spoor, in de lucht, op zee
Eigenschappen van elektrische energie: NADELEN
- niet in grote hoeveelheden opstapelen
- onmiddellijk verbruikt worden
- Accumulatoren zijn hierop een uitzondering.
- bij aanraking gevaarlijk.
opwekken elektrische energie:
BRON
TRANSFO
VERBRUIKER
(grote hoeveelheid -> AC)
BRON: elektrische centrale /lokale opwekker
-> pirimaire energie => elektrische energie
TRANSFO: omvorming en transport
-> gepaste energie overdracht
VERBRUIKER: industriële/private
-> datgene dat elektriciteit opneemt (bv.kachel)
opwekken elektrische energie:
(kleine hoeveelheid ~ DC)
galvanische cellen/elementen:
bv. batterijen, accu’s…
uitwerkingen van elektrische energie
- thermische
- chemische
- licht
- magnetische
- mechanische
- fysiologische
thermische energie
= warmte: joule-effect
toepassingen: elektrische verwarming, strijkijzer…
chemische energie
= bij vloeibare geleiders = elektrolyten: elektrolyse
toepassingen: elektrochemie, opladen elektrische accumulatoren…
licht
= snel bewegende e- botsen tegen atomen -> aangeslagen toestand —–elektromagnetische straling=licht——–> grondtoestand
toepassingen: gasontladingsverlichtingsbuizen, led
magnetische energie
= metaal trekt elkaar aan met elektrische bron (ijzer/koper)
toepassingen: elektrische bel, elektromagnetische beveiliging
mechanische energie
= als stroomvoerende geleider zich in magnetisch veld bevindt, zal deze een kracht ondervinden
toepassingen: elektromotor…
fysiologische energie
= gevaar: elektrocutie
toepassingen: elektrische schokken bij geneeskunde…