H1 Flashcards

1
Q

Wanneer spreken we van een elektrisch apparaat ?

A

Als het voldoet aan het blokschema

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Een elektrisch apparaat bestaat uit drie blokken:

A
  • een opnemer
  • een signaalverwerkend gedeelte
  • een weergever
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Eigenschappen van elektrische energie: VOORDELEN

A
  • verplaatst zich snel(~licht (300.000 km/s)
  • gemakkelijk over grote afstanden transporteren
  • zeer gemakkelijk om te vormen tot andere energievormen
  • geen luchtvervuiling bij gebruik
  • zeer groot comfort
  • onze veiligheid: op de weg, op het spoor, in de lucht, op zee
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Eigenschappen van elektrische energie: NADELEN

A
  • niet in grote hoeveelheden opstapelen
  • onmiddellijk verbruikt worden
  • Accumulatoren zijn hierop een uitzondering.
  • bij aanraking gevaarlijk.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

opwekken elektrische energie:
BRON
TRANSFO
VERBRUIKER
(grote hoeveelheid -> AC)

A

BRON: elektrische centrale /lokale opwekker
-> pirimaire energie => elektrische energie

TRANSFO: omvorming en transport
-> gepaste energie overdracht

VERBRUIKER: industriële/private
-> datgene dat elektriciteit opneemt (bv.kachel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

opwekken elektrische energie:
(kleine hoeveelheid ~ DC)

A

galvanische cellen/elementen:
bv. batterijen, accu’s…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

uitwerkingen van elektrische energie

A
  • thermische
  • chemische
  • licht
  • magnetische
  • mechanische
  • fysiologische
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

thermische energie

A

= warmte: joule-effect

toepassingen: elektrische verwarming, strijkijzer…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

chemische energie

A

= bij vloeibare geleiders = elektrolyten: elektrolyse

toepassingen: elektrochemie, opladen elektrische accumulatoren…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

licht

A

= snel bewegende e- botsen tegen atomen -> aangeslagen toestand —–elektromagnetische straling=licht——–> grondtoestand

toepassingen: gasontladingsverlichtingsbuizen, led

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

magnetische energie

A

= metaal trekt elkaar aan met elektrische bron (ijzer/koper)

toepassingen: elektrische bel, elektromagnetische beveiliging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

mechanische energie

A

= als stroomvoerende geleider zich in magnetisch veld bevindt, zal deze een kracht ondervinden

toepassingen: elektromotor…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

fysiologische energie

A

= gevaar: elektrocutie

toepassingen: elektrische schokken bij geneeskunde…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly