H1 Flashcards
Lekten 6
de opdracht begrijpen
die aufgabe verstehen
iets uit het hoofd leren
etwas auswendig lernen
een fout maken
einen fehler machen
de formule in het schrift schrijven
die formel ins heft schreiben
een vreemde taal leren
eine fremdsprache lernen
huiswerk maken
hausaufgaben machen
bijles krijgen
nachhilfe bekommen
een zin vertalen
einen satz ubersetzen
de oefening uitleggen
die ubung erklaren
de woorden leren
die vokabeln lernen
het rapport krijgen
das zeugnis bekommen
als
toen
auber
behalve
deswegen
daarom
der fluss
de rivier
das gebaude
het gebouw
gehoren zu
behoren tot
jedes jahr
elk jaar
oben
boven
der platz
de plek
stattfinden
plaatsvinden
unten
beneden
versuchen
proberen
auberdem
bovendien
der eintritt
de entree
erhalten
krijgen
der flughafen
het vliegveld
die offentlichen verkehrsmittel
het openbaar vervoer
passieren
gebeuren
recht haben
gelijk hebben
die sehenswurdigkeit
de bezienswaardigheid
verpassen
missen
wach
wakker
weit
ver
zu zweit
in tweetallen
de handdoek
das handtuch
het mobieltje
das handy
de koffer
der koffer
het luchtbed
die luftmatratze
de portemonnee
das portemonnaie
de reistas
die reisetasche
de slaapzak
der schlafsack
de zonnebril
die sonnenbrille
de zonnebril
die sonnenbrille
de zonnebrandscreme
die sonnencreme
de zaklamp
die taschenlampe
het tijdschrift
die zeitschrift
de tent
das zeit
bestimmen
bepalen
sich entscheiden
beslissen
gemeinsam
samen
sich kummern um
zorgen voor
leicht
gemakkelijk
obwohl
hoewel
die sachen
de spullen
der schritt
de stap
traumhaft
fantastisch
sich etwas uberlegen
ergens over nadenken
das ziel
het doel
das zimmer
de kamer
benutzen
gebruiken
der ehrgeiz
de ambitie
erlaubt sein
toegestaan zijn
hinten
achteraan
leise
zachtjes
die nahe
de buurt
ordentlich
netjes
rechtzeitig
op tijd
schade
jammer
der termin
de afspraak
vorne
vooraan
zuhoren
luisteren