groot worden in denken Flashcards

Wiskunde

1
Q

Wat zijn meetaspecten of grootheden (8)

A
  • lengte
  • oppervlakte
  • volume
  • inhoud
  • gewicht
  • tijd en snelheid
  • temperatuur
  • geld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

geef 3 vb van meten i/d winkelhoek

A
  • ordenen van groot naar klein
  • cadeau inpakken
  • prijs bepalen adhv: gewicht va fruit, inhoud van de fles.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt fase 2 kwalitatief meten in?

A

= meten door te vergelijken.
3 fase: sorteren, seriëren, veranderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn de 10 didactische aandachtspunten voor wiskunde i/d kleuterklas?

A
  • doelen
  • betekenisvol (aanbod)
  • soort activiteit
  • materiaal
  • opbouw
  • open/ gesloten opdrachten
  • differentiatie
  • wiskundetaal
  • stimuleren en belonen
  • leren met en van elkaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke soort kalenders bestaan er?

A

dag, weer, seizoen, maand, jaarkalender

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

geef 3 vb van meten i/d bouwhoek?

A
  • hoogste toren bouwen
  • passen en meten
  • vergelijken van bouwwerken ( kwal: waarnemen, kwan: meten)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat houd fase 1 ervaren in?

A

inspelen op wat kls aan het doen zijn
ontdekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

geef 3 bestaande spelletjes rond meten?

A
  • stokjes en ringen
  • meten en passen
  • balans buddies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is meten?

A

= een getal toekennen aan een bepaald aspect van een voorwerp.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

geef 3 vb van meten i/d beeldende hoek?

A
  • papier even grote/ kleine stukken maken
  • klei: maak een worstje precies even lang als mijn worstje
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat houdt fase 3 kwantitatief meten in?

A

meten met zelfgekozen, natuurlijke maateenheid
- vanuit een probleem
- meten van een voorwerp: dezelfde maat, herhalen van maat en verschillende maten.
- meten met meerdere voorwerpen = meetresultaat vergelijken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

geef 3 vb van meten i/d zand/ en watertafel?

A
  • inhoud verdelen over potjes
  • zandtaart vergelijken op grootte
  • diepte van put vergelijken ( of meten)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

geef 2 vb van meten i/d ontdekhoek

A
  • meetkoffer rond bepaalde grootheid
  • weeghoek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat zijn conventionele of standaardmaateenheden?

A

meter, liter, kg,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hoe meetresultaat bijhouden zonder op papier te werken?

A
  • stapelen van blokjes of tellen knikkers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welke lesopbouw vindt je terug in een BA meten?

A

oriëntering: fase 1 ervaren
kern: fase 2 kwalitatief meten sorteren, seriëren, veranderen + conservatiebegrip, fase 3 kwantitatief meten met dezelfde maat, herhalen van de maat en verschillende maten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wat is de context van de BA meten?

A
  • realistisch context
  • grootheid oppervlakte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

tijdsvolgorde is …

A

opeenvolging van gebeurtenissen
(vb. daglijn/ dagverloop)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

hoe meten kls? (fases)

A

fase 1: ervaren
fase: 2 kwalitatief meten
fase 3: kwantitatief meten

20
Q

Wat zijn de bouwstenen van tijdsbegrip?

A

tijdsduur
tijdsvolgorde

21
Q

geef 3 vb van meten i/d huishoek?

A
  • meten van lichaamslengte
  • bij het koken
  • groeiproces bijhouden van plantje
22
Q

geef 3 vb van meten i/d beweeghoek

A
  • schatten en meten van de afstand (betanque)
  • ver-dichtbij de kegel staan.
  • afpassen wie het verste springt/ gooit
23
Q

teken een beeldgrafiek?

24
Q

Vind je het conservatiebegrip terug in de leerplannen?

A

DOD: 2.5
ZILL: ervaren/ illustreren dat sommige houdingen niet veranderen aan de grote van het voorwerp
OVSG: ervaren dat eigenschap van voorwerp gelijk blijft als plaatsing of ordening verandert
GO: ervaren van wezenlijk/ niet wezenlijk aspect van een grootheid. handelen, verwoorden, aangeven dat een bepaalde grootheid van 1 ding hetzelfde blijft, hoe dit geplaatst of geordend is i/d ruimte

25
wat begrijpen kls van tijdsvolgorde? ( alle leeftijden)
0 jaar: alleen nu 3 jaar: tijd = doorlopend 4 jaar: begrippen chronologie, relativiteit 5 jaar: chronologie begrijpen, gebruiken. relativiteit v/d tijdsbepaling?
26
maandkalender?
schematisch naam maan week, dagen belangrijke gebeurtenissen dagen aanduiden terug- vooruitblikken
27
maandplaat?
schematisch geen dagen, weken affiche met enkele gebeurtenissen foto's seizoensgebonden veranderingen
28
jaarkalender,
schematisch volledig jaar dag, week, maand belangrijke gebeurtenissen: verjaardag, sinterklaas, vakantie vooruit- terugblikken
29
weerkalender?
welk weer het vandaag is niet dagelijks inzicht verwerven in weersomstandigheden waarnemen + verwoorden van temperatuur, bewolking, wind, regen
30
cyclische voorstelling?
= herhaling van patroon die we kunnen waarnemen. (Vb. seizoenen, klok)
31
lineaire voorstelling?
rechte lijn die wijst op het feit dat tijd een constante snelheid heeft. focus op voorbijgaande activiteiten ( vb. daglijn)
32
geef 3 vb waarin tijd geïntegreerd aan bod komt?
WO ( kalender, weer) taal ( verhaal reconstrueren) beweging: tijdsduur, snelheid muziek: tijdsduur, snelheid en tijdsvolgorde
33
seizoenskalender?
liniaire of cyclische voorstelling prenten: zomer, winter, lente herfst alle leeftijden
34
geef 5 typische kenmerken voor een stappenplan bij de oudste kls?
+ 4 prenten, picto's prenten of picto's hang ze horizontaal van L naar R ( leesrichting) nummer de stappen wasknijper om juiste stap aan te geven.
35
geef 5 typische kenmerken voor een stappenplan bij de jongste kls?
- 4 foto's - herkenbare afbeelding of foto - duidelijk en beperkt - 1D - horizontaal van L naar R ( bevorderd leesrichting)
36
tijdsduur meten?
moeilijker dan ruimtelijk aspect meten 2 tijdsintervallen: tijdsmaat & afsprakensysteem
37
tijdsinterval: tijdsmaat?
door fysieke beweging te herhalen
38
tijdsinterval: afsprakensysteem
moeilijk verschillende tijdsmaten
39
hoe vaste tijdsmomenten opbouwen? (per leeftijd)
3 jaar: niet zinvol 4 jaar: associëren met vaste gebeurtenis ( vb. turnen) 5 jaar: associatie niet nodig
40
tijdsduur=
subjectief tijdsbeleving vanaf 9 jaar
41
tijdsbeleving is...
plezier ( snel) verveling ( traag) resultaat (veel parels = traag/ lang) tempo ( duurt lang)
42
tijdsbegrip is ...
ingewikkeld systeem 9-10 jaar kls = beperkt met denkfouten kind bouwt eigen systeem op door ervaring
43
geef de verschillende aspecten van tijd?
tijdsvolgorde tijdsduur tijdskader (of moment) verleden- heden- toekomst snelheid
44
wat zijn de doelen van tijd (6)
tijdsvolgorde ervaren, representeren tijdsduur ervaren, vergelijken, meten tijdsvolgorde en duur met elkaar in verbinding brengen vaste gestructureerd tijdskader opbouwen verleden-heden-toekomst snelheid verkennen
45
snelheid...?
relatie tussen afgelegde weg en tijdsduur vergelijken = groot verschil + zichtbaar niet zichtbaar, niet vergelijken complementair 9 jaar
46
geef 2 vb waarin geïntegreerd meten aanbod komt?
puzzeltapijt auto's tussen lijn parkeren van hier naar daar springen