Grieks Flashcards

1
Q

xenofobie

A

angst voor vreemdelingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

aquafobie

A

angst voor water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

claustrofobie

A

angst voor kleine ruimtes, opgesloten te geraken of vast te zitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

homofobie

A

afkeer voor aantrekking tot hetzelfde geslacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

ornithofobie

A

angst voor vogels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

pyrofobie

A

angst voor vuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

arachnofobie

A

angst voor spinnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

agorafobie

A

angst voor merkten of drukke omgevingen, pleinvrees

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

logos/λογος

A

het woord, leerstelling, logica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

antropoloog

A

onderzoeker van de mens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

cardioloog

A

onderzoeker van het hart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

dermatoloog

A

onderzoeker van de huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

patholoog

A

onderzoeker van cel- en/of weefselmateriaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

filoloog

A

iemand die zich richt op dode talen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

toxicoloog

A

iemand die chemische stoffen en hun effecten op het menselijke lichaam bestudeert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

neuroloog

A

onderzoeker van de hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

syn/συν

A

samen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

synoniem

A

“zelfde naam” 2 woorden met éénzelfde betekenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

synthese

A

de samenstelling of combinatie van delen of elementen o meen geheel te vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

synchroon

A

“zelfde tijdstip” op hetzelfde moment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

synopsis

A

“samen gezien” samenvatting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

syncope

A

plots flauwvallen/verlies van bewustzijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

hyper/υπερ

A

over(-)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

hypermodern

A

overdreven modern, lelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
hyperkinetisch
te veel bewegen, niet stil kunnen zitten
26
hyperventilatie
te snel of te diep ademen
27
hypertensie
hoge bloeddruk
28
auto/αυτο
zelf
29
automaat
zelfbedienend, vanzelf
30
autochtoon
van de inheemse bevolking afkomstig
31
autodidact
aan zichzelf geleerd, door zelfstudie
32
autobiografie
het schrift over je eigen leven
33
authentiek
oorspronkelijk, gelijk aan het origineel
34
automutilatie
zelfbeschadiging
35
filos/φιλος
vriend
36
anglofiel
liefhebber van de Engelse cultuur en alles wat daarbij komt kijken
37
francofiel
liefhebber van de Franse cultuur en al wat daarbij komt kijken
38
bibliofiel
liefhebber van boeken
39
xenofiel
liefhebber van vreemdelingen
40
filantroop
mensenvriend
41
filatelie
het verzamelen van postzegels
42
pathos/παθος
lijden, verdragen
43
pathetisch
overdrijving van emoties
44
sympathie
mede met iemand iets aanvoelen
45
antipathie
afkeer
46
empathie
het inleven van belevingswereld en gedachten van iemand
47
poly/πολυ
veel
48
polyvalent
voor vele doelen inzetbaar
49
polychroom
veelkleurig, kleurrijk
50
polyglot
iemand die meerder talen spreekt
51
polygamie
een huwelijk tussen 2 of meer personen
52
polyfonie
meerstemmigheid
53
manie/μανια
waanzin, extase (storing in impulsbeheersing)
54
kleptomanie
drang om te stelen
55
pyromanie
opzettelijk brand stichten
56
mythomanie
bewust liegen of fabels creëren
57
megalomanie
voelt zich belangrijker of machtiger dan zijn omgeving
58
melomanie
liefde voor muziek
59
manisch
heftige gemoedsbewegingen
60
maniakaal
bezeten
61
tele/τελε
ver
62
telescoop
verrekijker
63
telemarketing
marketing over de telefoon
64
telecommunicatie
communiceren met een telefoon zonder dat je bij elkaar bent
65
telepathie
communiceren met anderen via een "zesde zintuig", zonder taal of techniek
66
telewerk
werk vanop afstand uitvoeren
67
eu/ευ
goed
68
euforie
extreem gevoel van vreugde
69
eufemisme
woord of een formulering met een verzachtend, verhullend of verbloemend karakter
70
eucharistie
viering van het goede, dankzegging voor een grote gave, namelijk de gave van het lichaam van Christus
71
euthanasie
een goede dood sterven
72
utopie
een ideale wereld die niet bereikt kan worden