Grieken en Romeinen Flashcards

1
Q

acropolis

A

hooggelegen gedeelte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

staat

A

afgebakend gebied met een eigen regering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

stadsstaat

A

stad + omringend land met eigen bestuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

agora

A

centrum van de stad waar werd gesproken over handel en politiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

agora in het Romeins

A

het Forum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

polytheïsme

A

geloven in meerdere goden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

filosofen

A

wetenschappers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

democratie

A

het volk mag stemmen en beslissen (alleen mannen van 30+ met beide ouders die uit Athene komen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hellas

A

onder Grieks bestuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

directe democratie

A

volk stemt direct op wetsvoorstellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

indirecte democratie

A

volk stemt op volksvertegenwoordigers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat was in sparta het belangrijkste?

A

het leger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat was in sparta de essentie van het leven?

A

sober leven en trainen voor het leger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Athene werd gedreven door?

A

handel, kunst en cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly