Grammaire D - Regelmatig werkwoord op -er Flashcards
1
Q
donner
A
geven
2
Q
je donne
A
ik geef
3
Q
tu donnes
A
jij geeft
4
Q
il/elle donne
A
hij/zij geeft
5
Q
on donne / nous donnons
A
wij geven
6
Q
vous donnez
A
jullie geven / u geeft
7
Q
ils/elles donnent
A
zij geven
8
Q
ils/elles donnent
A
zij geven