Gonaden Flashcards

1
Q

Wolffiaanse ductus

A

mesonefrische ductus
Man ontwikkelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Tubuli seminiferi

A

= epitheel gevormd door Sertoli cellen met daartussen kiemcellen
Immature kiemcellen = spermatogonia = perifeer -> mature = spermatozoa = nabij lumen van de tubulus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Spermatozoa

A

Worden gevormd in de zaadkanaaltjes (seminiferous tubules)
Via rete testis -> ductuli efferentes -> epididymis -> vas deferens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hormonaal systeem

A

GnRH synthese:
- ↑ oiv noradrenaline, oestradiol (inhibeert dopamine en faciliteert de werking van noradrenaline) en opioïde antagonisten (vb naloxone)
- dopamine, opioiden en endorfines inhiberen de afgifte van GnRH
- Orale anticonceptie, nl. het onderdrukkend effect van hoge dosissen steroïden (testosteron, oestrogeen, progesteron) op GnRH wordt waarschijnlijk gemedieerd door endorfine-producerende neuronen in de hypothalamus

GnRH
- halfleven 2-4 min;
- pulsen met intermezzo van 60-90 min ↔ continu exogene toediening
- stimuleert release van
- LH:
- Man: testosteron (Leydig cellen)
- FSH:
- Man: spermatogenese (Sertoli cellen)
- inhibine

Negatieve feedback via
- Testosteron: op de hypothalamo-hypofysaire as
- Inhibine: op de werking van FSH op de FSH receptor
- LH en FSH via short-loop negatieve feedback

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

GnRH en aanmaak van FSH/LH

A

GnRH bindt op G-prot. gekoppelde Rec → activatie PLC → IP3 en DAG

DAG stimuleert PKC → stimuleert indirect gentranscriptie van LH en FSH

IP3 → release Ca uit ER → ↑ intracell Ca → openen Ca kanalen → influx Ca → hoge intracell Ca conc → exocytose LH en FSH

Inhibine en testosteron oefenen negatieve FB uit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

LH en FSH in relatie tot aanmaak van testosteron

A

kind: FSH > LH
volwassene = fertiele fase : LH > FSH
geriatrie: FSH > LH

Hogere vrijstelling van LH dan van FSH tijdens en na puberteit reflecteert de rijping vd testes welke inhibine produceren, een specifieke inhibitor van FSH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

LH stimulatie

A

LH stimuleert de interstitiële Leydigcellen van de testes tot productie van testosteron

  • LH bindt op hoge-affiniteits Rec vd Leydigcellen
  • Binding van LH aan deze G-proteïne gekoppelde Rec stimuleert adenylaat cyclase → vorming cAMP
  • → activatie proteïn kinase A, wat de gentranscriptie en de synthese van enzymen/eiwitten stimuleert, die nodig zijn binnen de biosynthese van testosteron.
  • Testosteron wordt vanuit cholesterol gevormd
  • LH stimuleert naast de steroïdogenese ook synthese van
    • sterol-carrier protein (SCP)
    • sterol-activating protein (SAP)
    • SCP-2 draagt bij tot transport van cholesterol vd buitenste naar de binnenste mitochondriale membraan, alwaar de side-chain cleavage gelocaliseerd is; = eerste stap in de steroïdogenese, namelijk vorming pregnenolone
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

! FSH stimulatie

A

FSH stimuleert Sertoli cellen tot spermatogenese en beïnvloedt de fysiologische effecten van de Leydig cellen via zijn effecten op de Sertoli cellen

Binding van FSH op zijn G-proteïne-gekoppelde receptor activeert het adenylaat cyclase met vorming van het cAMP. Een toename van het intracellulair cAMP activeert het proteïn kinase A, dat op zijn beurt de transcriptie van specifieke genen en synthese van bepaalde eiwitten stimuleert. FSH stimuleert alzo de 1) synthese van androgen-bindend proteïne (ABP), dat gesecreteerd wordt ter hoogte van het lumen van de tubuli seminiferi, dichtbij de zich ontwikkelende zaadcellen. ABP zorgt er mede voor dat de paracriene testosteron spiegels op een juist niveau gehouden worden. (Bufferfunctie)

2) FSH stimuleert ook de vorming van een P450 aromatase. Dit enzym converteert ter hoogte van de Sertoli cellen het testosteron, dat vanuit de Leydig cellen diffundeert naar de Sertoli cellen, tot het oestradiol.

3) FSH stimuleert ook de aanmaak van verschillende groeifactoren en andere producten van de Sertoli cellen die bijdragen tot de spermatogenese en het in stand houden van de zaadcellen. Deze substanties verhogen het aantal spermatogonia, spermatocyten en spermatiden in de testis. Dus de stimulatie van de spermatogenese door FSH is geen direct effect op de spermatogonia, maar gebeurt via het effect van FSH op de Sertoli cellen. FSH stimuleert ook de motiliteit van de zaadcellen waardoor het fertiliserend effect toeneemt.

!4) FSH stimuleren de Sertoli cellen ook tot aanmaak van inhibines. Inhibines behoren tot de transforming growth factor β (TGF-β) gen familie, waartoe ook het activine en het anti-mülleriaans hormoon toe behoren. Naast de autocriene en paracriene afgifte ter hoogte van de Sertoli cellen in de testes, worden ze ook geproduceerd bij de vrouw door de granulosa cellen van de ovaria. Inhibines worden gesecreteerd in het vocht van de tubuli seminiferi en in het interstitieel vocht van de testes. Inhibines hebben zowel een paracrien (lokale) als endocrien (op afstand) effect. Lokaal werken ze in op de Leydig cellen als een soort groeifactor. Van biologisch belang is dat ze een negatieve feedback uitoefenen thv de hypothalamo-hypofysaire-testiculaire as.
Remmen actie van FSH -> negatieve feedback
Inhibine werkt als groeifactor op Ledig cellen -> genoeg Leydig cellen blijven

!5) FSH bevordert de motiliteit van de zaadcel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

! Testosteron en zijn nucleaire receptor

A
  • circulerend testosteron
    • 44-45% gebonden aan SHBG
    • 54-55% gebonden aan serum albumine en aan corticosteroid-binding globulin (CBG)
    • 2% circuleert vrij rond
  • vrije testosteron treedt doel-cellen binnen via passieve diffusie en oefent daar zijn biologische activ uit, of het wordt gemetaboliseerd vnl thv prostaat en lever
  • Intracellulair testosteron bindt aan hoge affiniteit androgeen receptor in de kern, of wordt geconverteerd tot dihydrotestosteron (DHT), dat ook op de AR bindt
  • receptor werkt als een homodimeer (AR/AR). Het androgeen-AR complex is een transcriptiefactor dat bindt op hormone responsive elementen, gelegen in het DNA.
  • Interactie tussen dit androgeen-AR complex en het kern-chromatine verhoogt de transcriptie met synthese van specifieke eiwitten → stimuleren groei en ontwikkeling ve aantal weefsels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Biologisch effect van testosteron in seksuele ontwikkeling / geslachtsdifferentiatie

A

Testosteron
- in utero
- Wolffianse stimulatie -> mannelijke urogenitale stelsel
- pubertijd en kindertijd
- spier en skelet ontwikkeling
- gonadotrope regulatie
- spermatogense

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Biologisch effect van dihydrotestosteron in seksuele ontwikkeling / geslachtsdifferentiatie

A

In utero
- differentiatie externe genitaliën en urogenitale sinus

Pubertijd en kindertijd - secundaire geslachtskenmerken
- groei genitaliën
- maturatie urogenitale weg
- ontwikkeling gezichts- en lichaamshaar
- temporale haar regressie (kaal worden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Biologisch effect van testosteron op zijn doelorganen - omzettingen

A
  • biologische activiteit van DHT is 30 tot 50 keer sterker dan dat van testosteron.
  • of DHT of testosteron de actieve component is hangt af of er 5-α-reductase aanwezig is in de doel-cel.
  • in de hersenen en in de vetcel is aromatase aanwezig. Dit zet testosteron om in oestradiol, en dit oefent zijn biologische activiteit uit na binding aan de oestrogeen receptor.

Testosteron
-aromatase> estradiol
Of -5alfa reductase> dihydrotestosteron

Estradiol
Botsterkte, sluiten kraakbeen, libido

Testosteron
Spiersterkte, erythropoiese (risico te veel geven), botsterkte, energie

Dihydrotestosteron
Externe genitaliën, prostaat, huid, haar
Reproductieve functie
Risico als te veel geven: prostaat kanker, benigne prostaat hyperplasie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

! Biologisch effect van testosteron

A
  • puberale ontwikkeling met DHT
  • spermaproductie met E2 en DHT
  • meer VLDL en LDL
  • minder HDL
  • erythropoiese
  • spiermassa
  • verdwijnen visceraal vet
  • botsterkte met E2
  • zwaardere stem
  • libido, lichaamsbeharing, gedrag met E2 en DHT
  • hypofyse onderdrukking GnRH met DTH en E2

Intra-uterine differentiatie
- epididymis, vas deferens, seminale vesikels
- DHT -> penis, scrotum, urethra, prostaat

Pubertijd ontwikkeling:
- seminale vesikels penis met DHT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

! Biologisch effect DHT

A
  • baard groei
  • sebum formatie - zweet, talgklieren
  • prostaat
  • penis groei
  • spermatogenese
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly