Glossaire du marketing Flashcards
Namaken
Contrefaire / imiter
pluspunt/toegevoegde waarde
Valeur ajoutée
Staal
Un échantillon
Zelfbedieningszaak
Un magasin en libre-service
Een winstgevende markt, een groeimarkt
un marché porteur
Er is een tekort van een product
Il y a une pénurie de (+ produit particulier)
Nieuwe afzetmarkten, -gebieden zoeken
Chercher de nouveaux débouchés / prospects
Een gat in de markt
Un créneau
Veel producten afzetten
Ecouler beaucoup de produits sur le marché, l’écoulement des produits sur le marché
Klantenareaal
Une zone de chalandise
Vrije handel
Le libre-échange
een uitdaging aangaan
Relever un défi
Achteruitgaan, afnemen
Régresser, la régression du commerce
Heropleving
Une relance
Ineenstorten
S’effondrer, un effondrement du commerce
Terugval
Une retombée
Mislukken, mislukken
Échouer, un échec
Moeilijkheden ondervinden
éprouver des difficultés
Break-even punt
Le seuil de rentabilité / le point mort
Tot een verkoop overgaan
Procéder à une vente
De verkoop afsluiten
Conclure la vente de X, la conclusion de la vente
De verkoop doen stijgen
(Faire) augmenter / progresser la vente de X
Veiling, verkoop op opbod
Une vente aux enchères
Totale uitverkoop
Une liquidation totale
Een verlies
Une perte ( un bénéfice)
Sociale lasten
Les charges sociales (f.)
Werkingskosten
Les frais de fonctionnement
Dalmaanden / daluren
Des mois creux / les heures creuses
Laagseizoen
La morte-saison
goedkoop
Bon marché (invariable)
Een schappelijke prijs
Un prix abordable
Prijsdaling doorrekenen op de consument
Répercuter la baisse du prix sur le
consommateur
Een prijzenslag ontketenen / dumpprijzen
Casser les prix, les prix cassés
Een prijzenslag ontketenen / dumpprijzen
Casser les prix, les prix cassés
De prijs (sterk) drukken
Ecraser les prix
De concurrenten zijn in een prijzenoorlog
Verwikkeld
Een prijzenoorlog ontketenen
Les concurrents se livrent à une guerre des prix
Déclencher une guerre des prix
Iets erg duur betalen
Payer le prix fort pour quelque chose
Arbeider
Un(e) ouvrier, ère
Zich omscholen
Se reconvertir, une reconversion
Werkloosheidscijfer
Le taux de chômage
Werkloze
Le chômeur,-euse
een staking
Une grève
Vakbondslid
Un(e) syndiqué(e)
Vergrijzing
Le vieillissement
Sociale zekerheid
La protection sociale
Beogen
Viser à
Opvolgen
Succéder à
(slagen = réussir)
Verdelen
Verdeling
Diviser
Division (f)
Vervallen
Dépasser
Mond-op-mond-reclame
Le bouche-à-l’oreille
Een strategie uitwerken
élaborer (une stratégie)
Uitzeenzetting
Un exposé
Het woord geven aan
Passer la parole à
koptelefoon
Un écouteur