Glomerulair lijden Flashcards
Invloed NSAID op renale perfusie
Daling door remming prostaglandines
Invloed ACE-i op renale perfusie
Daling door remming AT II
Effect aldosteron
Natrium reabsoberen, water binnentrekken
Effect vasopressine (ADH)
Water binnentrekken
Effect ANP
Water uitscheiden
Werking ANP (hart)
Door strechsensoren in het hart wordt ANP vrijgesteld. Dit vasodilateert de afferente arteriole (stijging GFR) en scheidt water uit.
Contra-indicaties voor nierbiopt
Niet-corrigeerbare stollingsstoornissen
Onbehandelde hyperT
Kleine nieren
Slechte FCT contralaterale nieren
BCT pyleonefritis
Wat is bewijzend voor hematurie van glomerulaire oorzaak?
Erythrocytencilinders of dysmorfe erythrocyten in urinesediment.
Wat gebeurt er met Kalium bij acidose/alkalose
Bij acidose wordt K uit de cel getrokken (voor H+)
Bij alkalose wordt K in de cel getrokken
Bij metabole alkalose wordt dit effect versterkt door verhoogde K+ excretie (renaal).
Welke hormonen produceert de nier?
EPO → stimulatie erythropoëse
Renine: wordt omgezet naar AT II → VC efferente arteriool
Prostaglandines → VD afferente arteriool
Wat is tekenend voor snel progressieve glomerulonefritis?
Cresent (halve maan)
→ Dialysetoestel klaarhouden! Meest enstig beeld v/e glomerulonefritis
Respons op acidose door long/nier
Long: verhoogde ademfrequentie
Nier: Excretie H+
Respons op acidose door long/nier
Long: gedaalde ademfrequentie
Nier: Excretie HCO3
Uitleg anion gap?
Gebruiken wanneer er een metabole acidose onstaat; te weten komen of dit een verlies van basen (normale gap) of opstapeling van zuren (verhoogde anion gap) is.
Anion gap = Na - Cl - HCO3
Uitleg Osmol gap
Gebruiken om te weten te komen bij een opstapeling van zuren (metabole acidose) of het een intoxicatie (> 10mOsm/L) of opstapeling van endogenen zuren is (normaal).
Osmolgap = gemeten gap - berekende gap
Berekende gap = 2 x Na + Ureum + Glucose
Symptomen eindstadium nierfalen
Hyperkaliëmie
Overvulling
Hyperfosfatemie
Acidose
Bloedingsneiging
Klassieke presentatie van glomerulair lijden
Urineonderzoek: proteïnurie en/of hematurie
Bloed: verhoogd serumcreatinine
Oedeem, hypertensie
Familiaal voorkomen of met een systeemziekte
Indeling glomerulair lijden op basis van nierbiopt
Primaire schade/neerslag (Ig’s)
- Subepitheliaal (onder podocyt)
→ verdikte BM met uitsteeksels, mesangiale proliferatie
→ proliferatieve glomerulonefritis/-pathie - Subendotheliaal
→ proliferatie mesangium, BM, …
→ Glomerulonefritis beeld - Mesangiaal
→ Immunofluorescentie nodig!
Indeling glomerulair lijden op basis van aantal aangetaste glomeruli.
Diffuus: >50% aangetast
Focaal: <50% aangetast
Segmentaal: niet alle lissen v/e glomerulus
Glomerulonefritis: meestal uni- of bilateraal
Bilateraal
Wat verstaan we onder asymptomatische urineafwijkingen?
Normale GFR
Microscopische hematurie (>25/microliter) of proteïnurie (>300 mg/dag) ZONDER oedeem, hypertensie, …
Hoofdkenmerken nefrotisch syndroom
Oedeem
> 3,5 gram/dag EWverlies urinair (onderschatting)
Hypoalbuminemie
Hyperlipidemie
Hoofdkenmerken nefritis syndroom
Hypertensie, minder uitgesproken oedeem
HEMATURIE, proteïnurie
Gedaalde GFR
Oligurie
Celcilinders in de urine
Wat staat er op de voorgrond bij nefrotisch/nefritis syndroom? Wat zijn de verschillen?
NEFROTISCH: Oedeem, proteïnurie
+ albumine verlaagd, hematurie mogelijk
NEFRITIS: Hypertensie, microscopische hematurie, RBC cilinders + albumine normaal, oedeem, proteïnurie
Mechanisme oedeem nefritisch syndroom/nefrotisch syndroom
NEFROTISCH: hypoalbuminemie
NEFRITIS: extra zout en vochtretentie
DD van asymptomatische urineafwijkingen op basis van microscopische hematurie
IgA nefropathie (M > V)
Milde vorm glomerulonefritis
Dunnen basale membraan ziekte
Syndroom Alport (hereditair)
Urologisch (urolithiase, tumoren, …)
DD van asymptomatische urineafwijkingen op basis van proteïnurie
Diabetes nefropathie
Intraglomerulaire hypertensie (Art. hypertensie)
Endotheelschade
Secundaire focale segmentale glomerulosclerose (FSGS)
Orthostatische proteïnurie (obligaat volledig leeg bij ochtendstaal)
Lichamelijke inspanning, koorts
DD bij macroscopische hematurie waarbij we er vanuit gaan dat het echt RBC zijn
→ Door urinesediment met RBC
→ Door (+) dipstick met uitsluiting endogene kleurstoffen
IgA nefropathie (M > V) → vaak macro. hematurie na BLW infectie
Urologisch (tumor, cystoscopie)
Polycystische nieren → staat los van G lijden, maar kan wel macroscopische hematurie verklaren.
Syndroom van Alport (hereditair, M)
DD bij nefrotisch syndroom
Diabetische nefropathie
Minimale letsels nefropathie
Membraneuze nefropathie
Focaal segmentale glomerulosclerose
Amyloïdose
Lupus Nefritis
Pre-eclampsie